Beslissing op bezwaar tegen besluit van 19 juni 2018 tot afwijzing van een verzoek om handhaving inzake varend ontgassen
Gedeputeerde Staten hebben de bezwaren van een belanghebbende tegen het besluit tot afwijzing van een handhavingsverzoek ten aanzien van (benzeen) ontgassingen door tankschepen op de Lek in strijd met de Provinciale milieuverordening Zuid-Holland (PMV) afgewezen. Provinciale Staten hebben bij besluit van 10 oktober 2015, vooruitlopend op een nationaal of internationaal verbod, een verbod op het varend ontgassen van tankschepen opgenomen in de PMV. Belanghebbende heeft verzocht om dit verbod te handhaven. In dit geval kan een overtreding pas worden vastgesteld na onderzoek op het binnenvaartschip zelf. Omdat de provincie zelf niet over vaartuigen beschikt, is het noodzakelijk dat een operationele dienst (zoals Rijkswaterstaat, de havendienst of de waterpolitie) uitvaart om onderzoeken op binnenvaartschepen uit te voeren. Wanneer een vermoeden van overtreding bestaat wordt dit gemeld aan de betreffende operationele dienst. Of dat ertoe leidt dat een operationele dienst uitvaart, hangt af van de beschikbaarheid van die dienst en of die dienst zich in de nabijheid van het te controleren schip bevindt. Meldingen over schepen die in strijd met het verbod zouden ontgassen hebben er in geen enkel geval toe geleid dat operationele diensten een overtreding van het ontgassingsverbod uit de PMV hebben vastgesteld. Nu geen overtreding is geconstateerd, zijn Gedeputeerde Staten niet bevoegd een bestuursrechtelijke handhavingsmaatregel te treffen. Dat leidt ertoe dat het bezwaar tegen de afwijzing van het handhavingsverzoek ongegrond moet worden verklaard. Dit besluit is genomen conform het advies van de adviescommissie voor bezwaarschriften.