In 2050 heeft Nederland zich getransformeerd tot een samenleving waar digitale gemeenschappen centraal staan, geleid door maatschappelijke waarden en cultuur. Dit gebeurde na schandalen met data en politieke microtargeting die het vertrouwen in buitenlandse technologie schaadden. De overheid fungeert meer als een partner dan als een autoriteit.
In de jaren '20 beheerden voornamelijk commerciële technologiegiganten het digitale landschap. Deze periode, gekenmerkt door wereldwijde data-affaires en -schandalen, voedde een groeiend wantrouwen in voornamelijk niet-Europese technologieën. Schandalen rond politieke microtargeting door landen als Rusland, China en Amerika onthulden de onbetrouwbaarheid van Big Tech.
Als reactie hierop ontstond in de jaren '30 en '40 een tegenbeweging, geleid door digitale collectieven zoals Tech for Common Good (TCG). TCG ontstond uit maatschappelijke protestbewegingen en werd gesteund vanuit alle lagen van de bevolking. TCG ontwikkelde 'digital commons'. Dit zijn gemeenschappelijke digitale gronden waarop burgers konden samenwerken en hun lokale digitale middelen en belangen beheren.
AI-technologie ontwikkelde zich naar Autonome AI. Dit stelde gemeenschappen in staat hun collectieve identiteit in de digitale wereld te ontdekken en te ontwerpen. Dit zorgde voor een verschuiving van individuele sociale media naar gemeenschappelijke digitale ruimtes.
In 2050 is de digitale ruimte met duizend verschillende gemeenschappen geheel tot bloei gekomen. Wat schoonheid en chaos met zich meebrengt. Deze digitale gemeenschappen, zijn gebaseerd op waarden zoals solidariteit, samenwerken en vertrouwen. Door deze waarden was het voor de overheid eenvoudig om in te haken met digitale democratische platforms (DDP’s). De overheid heeft zich inmiddels getransformeerd van centrale autoriteit naar een samenwerker. Traditionele overheidsgebouwen zijn overbodig geworden. Ambtenaren werken nu direct binnen de gemeenschappen die zij dienen.
Deze samenleving onthult nu langzaam ook zijn nadelen. Er is een chaotische groei en bloei van al deze gemeenschappen, wat digitale rommel oplevert. Ook is informatie gefragmenteerd. Dit maakt een lange termijnvisie voor de gehele samenleving ingewikkeld.