Broeikasgassen zorgen voor klimaatverandering. Om klimaatverandering tegen te gaan zijn er de afgelopen jaren verschillende nationale en internationale afspraken gemaakt om minder CO2 (een belangrijk broeikasgas) uit te stoten. In Nederland is in 2019 in het Klimaatakkoord afgesproken dat er 49% minder CO2 mag worden uitgestoten in 2030. Deze doelstelling is door het vierde kabinet Rutte in 2021 nog verder aangescherpt tot 55% minder CO2 in 2030.
Minder CO2 uitstoten lukt alleen als we overstappen van fossiele vormen van energie (olie, gas, kolen) naar duurzame vormen van energie: bijvoorbeeld wind- en zonne-energie. Die omslag heeft grote gevolgen voor de industrie, voor woningen en voor vervoer. Fossiele energie wordt steeds vaker vervangen door elektriciteit die met zonnepanelen en windmolens wordt opgewekt. Voor de energietransitie is het daarom belangrijk dat het elektriciteitsnet de grote veranderingen aankan. Maar ook voor andere duurzame energie, zoals waterstof en warm water (voor warmtenetten) is nieuwe infrastructuur nodig. We werken samen met andere partijen om deze energie-infrastructuur te plannen en te realiseren.
Meerjarenplanning
Om te zorgen dat benodigde de energie-infrastructuur op tijd beschikbaar is, werken we samen met netbeheerders. De netbeheerders zijn immers degenen die geld investeren in verbetering van het elektriciteitsnet. Bijvoorbeeld door elektriciteitsstations uit te breiden of extra elektriciteitskabels te leggen en transformatorhuisjes te plaatsen. Om structuur aan te brengen in al deze activiteiten, heeft de provincie samen met de netbeheerders, en in afstemming met gemeenten, een plan opgesteld: het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (afgekort pMIEK (pdf, 7.6 MB)).
In het pMIEK staat welke projecten voor uitbreiding van energie-infrastructuur het meest nodig zijn. De plannen gaan niet alleen over elektriciteit, deze gaan ook over de investeringen die nodig zijn voor warmtenetten en voor toekomstige energiedragers zoals waterstof. Het pMIEK bevat een lijst met projecten die van groot belang zijn om ruimtelijke opgaven en ook de energietransitie mogelijk te maken om zo problemen in de toekomst te voorkomen.
Ook landelijk wordt er gewerkt aan een Meerjarenplan Infrastructuur Energie en Klimaat (MIEK). Hierin komt de programmering van het landelijk energiesysteem aan de orde, bijvoorbeeld hoogspanningsleidingen en het waterstofleidingnetwerk.
Sneller, efficiënter en slimmer
Wat doet de provincie concreet? Op de lange termijn (2030-2040) zet de provincie in op het integraal programmeren van het energiesysteem (pMIEK). Op korte termijn helpt de provincie netbeheerders om projecten zo snel mogelijk te realiseren. Burgers en bedrijven lopen er namelijk nu al tegenaan dat het netwerk overbelast is (netcongestie). Als dat het geval is, helpt de provincie ook om het energienet slimmer te benutten. Dat kan door lokaal energie uit te wisselen, in een buurt of op een bedrijventerrein. Denk bijvoorbeeld aan een buurtbatterij die opgeladen wordt met overtollige zonne-energie en waarmee daarna elektrische buurtauto’s kunnen worden opgeladen. Op bedrijventerreinen kunnen bedrijven gebruik maken van elkaars opgewekte elektriciteit en restwarmte. Om daarvoor de infrastructuur in orde te maken, heeft de provincie subsidie beschikbaar.
Het pMIEK bevat een lijst met projecten die van groot belang zijn om de energietransitie mogelijk te maken en problemen in de toekomst te voorkomen