Samenhang in de energietransitie
Het omgevingsbeleid moet worden gewijzigd. Het is daarbij belangrijk dat we dat in samenwerking doen met degenen voor wie het is, namelijk de stakeholders. Daarom heeft de provincie samen met de stakeholders stappen gezet. In dit artikel lees je hoe de provincie en stakeholders daartoe zijn gekomen.
Stappen naar de herziening van de module energietransitie
1. De start: waar gaat de herziening over?
De ‘Startnotitie Module Energietransitie’ geeft aan wat de scope van de herziening is. Bij een wijziging van het omgevingsbeleid hoort ook een Milieu-Effect-rapportage. De ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) geeft de kaders aan voor de bijbehorende Milieu Effect Rapportage (MER).
Participatie
De ontwerp Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) lag voor iedereen ter inzage van 8 november tot 20 december 2021. De NRD is definitief vastgesteld door Gedeputeerde Staten op 22 februari 2022.
2. Per thema in gesprek
In de periode november 2021 tot en met maart 2022 sprak de provincie Zuid-Holland samen met professionals en belangengroepen in de provincie over de inhoud van de herziening. Dat deden we onder meer door een schriftelijke consultatieronde en door het organiseren van bijeenkomsten.
Eerste bijeenkomst met stakeholders: 10 februari 2022
Op donderdag 10 februari 2022 hebben we het eerste participatiemoment gehad. We zijn samen met gemeenten en belangengroepen in gesprek gegaan over de herziening van de energiemodule. Aan de hand van een inhoudelijk en afwisselend dagprogramma zijn kennis en ideeën uitgewisseld aan de hand van 8 sleutelthema’s:
Windenergie op land • Zonne-energie • Bevorderen Energietransitie • Energietransitie in de Gebouwde Omgeving • Bovenregionaal Warmtenetwerk • Verhogen energie efficiëntie en mede ontwikkelen energie infrastructuur (industrie) • Stimuleren overgang naar schone/ hernieuwbare grondstoffen (industrie) • Verduurzamen van het energiegebruik door de industrie (industrie) • Lokaal eigendom en participatie
Drie van de belangrijkste uitkomsten van de bijeenkomst zijn:
- Afweging tussen verschillende belangen
Zuid-Holland heeft weinig vrije ruimte en dus moeten we keuzes maken waar we de ruimte voor gebruiken: voor energie, natuur, wonen, mobiliteit of economie? Deelnemers noemden hoe belangrijk het is om de verschillende belangen af te wegen bij besluiten, ook wel de integrale afweging genoemd.
- Rol van de provincie
De rol van de provincie in de verdeling van de ruimte werd vaker genoemd. Enerzijds noemden deelnemers dat de provincie keuzes moet durven maken hierin en een leidende rol moet innemen. Anderzijds dat de provincie een verbindende rol heeft en ruimte moet laten aan de RES’en.
- Inwoners laten meedenken
Een ander belangrijk gesprek was dat over de manier waarop inwoners kunnen meepraten over de energietransitie, en wat de provincie kan doen om hiervoor te zorgen. Ook hierover verschilden de deelnemers van mening. Enerzijds werd er gevraagd om kaders en transparantie, anderzijds om voldoende ruimte te geven aan gemeenten om in gesprek te gaan met inwoners.
Wil je meer over weten over de uitkomsten van deze bijeenkomst? Dan kun je de presentaties opvragen. Neem contact met ons op via energie@pzh.nl.
Tweede bijeenkomst: 6 april 2022
Op woensdag 6 april hebben we een tweede participatiemoment gehouden in de vorm van een open webinar. De opkomst was hoog, met ruim 130 deelnemers was het een dynamische sessie waar de provincie de belangrijkste wijzigingen van de module Energietransitie presenteerde.
Zuid-Hollandse context
Procesmanager Ron van der Linden trapte de avond af door de energietransitie binnen de specifieke context van Zuid-Holland te plaatsen met glastuinbouw, mobiliteit en veel industrie: ‘De hele energietransitie komt in het drukbevolkte Zuid-Holland erbij. Hoe pas je die nieuwe infrastructuur, maar ook zon en wind in? Het moet haalbaar maar ook betaalbaar zijn.’
Warmte
Daarop volgde programmamanager Rob van der Valk over het onderdeel warmte: ‘We moeten nu tot 2050 volop aan de slag in de gebouwde omgeving en de glastuinbouw met oplossingen die anders zijn dan we gewend zijn. Juist in onze provincie kan veel gebeuren met eigen warmte, dan hebben we het ook over zorgen voor warmtenetwerken’.
Duurzame energie
Over duurzame energie deelde programmanager Catrien van Dam mee dat het beleid voor wind voor het grootste gedeelte hetzelfde blijft, maar er wel ruimte komt voor uitbreiding op bestaande locaties en wordt verkend wat er kan op boerenerven. Het beleid voor zon is concreter uitgeschreven naar de uitvoering. Waarbij de zonneladder het uitgangspunt is en het aanvalsplan zon op dak wordt geïntensiveerd.
Industrie & energie-infrastructuur
Een ander onderwerp wat ter sprake kwam is de industrie: ‘De industrie is een belangrijke partij als het gaat om de energietransitie. Er wordt veel energie verbruikt en veel CO2 uitgestoten’, aldus programmanager industrie Robert Geurts. Ook de energie-infrastructuur werd besproken: ‘Uit onderzoek blijkt dat de energietransitie harder gaat dan de investeringen in de infrastructuur; daardoor ontstaat er schaarste op het net'.
Meest gestelde vragen
Al met al was het een waardevolle bijeenkomst waar veel vragen werden gesteld. Hieronder vind je de 10 meest gestelde vragen en antwoorden op die vragen. Benieuwd naar alle vragen die gesteld werden? Bekijk het complete overzicht van alle vragen per onderwerp en de verklarende woordenlijst.
Hoe gaan we de zoekgebieden uitwerken?
In het ontwerp van de herziening van het omgevingsbeleid module energie staat in het omgevingsprogramma een maatregel ‘zoekgebieden zon en wind’. Daarin geeft de provincie aan wat haar inzet en visie is op de verdere uitwerking van de zoekgebieden. In deze maatregel heeft de provincie onder andere opgenomen dat een goed participatieproces belangrijk is. Ook staan in deze maatregel een aantal uitgangspunten voor een op te stellen participatieplan. Afspraken over de uitwerking van de zoekgebieden worden gemaakt in de RES-regio’s. De provincie is partner in de RES.
Er is al een belangrijke keuze rond warmte gemaakt met de aanleg van WarmtelinQ. Voldoet die leiding aan het verwachte afwegingskader?
WarmtelinQ past goed binnen het afwegingskader, omdat de leiding wordt aangelegd voor het gebruik van al bestaande bruikbare warmte die direct gebruikt kan worden in gebouwen.
Wat zijn de uitgangspunten voor 'betaalbaarheid' bij warmtenetten? En streeft de provincie ook naar prijsuniformiteit tussen warmtenetten?
Betaalbaarheid heeft geen vaste definitie. We streven naar ‘zo betaalbaar mogelijk’. Er is dus geen winstoogmerk bij warmtenetten. Daarnaast streven we naar zo laag mogelijke risicokosten door risico’s zoveel mogelijk te beperken. Eventuele risicokosten hopen we maatschappelijk te dragen en niet in de consumentenprijs te verwerken.
Daarnaast willen we graag dat het warmtenet goedkoper is dan de eerstvolgende duurzame optie voor de consument. Als een andere duurzame voorziening voor de consument betaalbaarder is, is warmtenet dus maatschappelijk gezien niet de beste oplossing. Waar netwarmte maatschappelijk het beste is, moet de overheid (Rijk, provincie, gemeenten, waterschappen) dat ook in prijs de aantrekkelijkste verduurzaming maken.
Het vraagstuk ‘prijsverschillen’ is hierbij belangrijk en onderzoeken we nog. Dat kan gaan om prijsverschillen tussen gebieden die dezelfde bronnen gebruiken, maar ook om prijsverschillen tussen verschillende netten. Zowel een uniforme prijs als prijsverschillen hebben voor- en nadelen. Wat de beste keuze is, is nog onduidelijk. Wie de keuze moet maken, is ook nog niet bekend.
Hoe gaan we om met de beperkte netcapaciteit? En hoe is de zonnepaneel-ambitie afgestemd op de netcapaciteit?
In ons beleid zetten we in op een tijdig ontwikkelde, efficiënt benutte en ruimtelijk ingepaste regionale energie-infrastructuur. Ook werkt de provincie met netbeheerders en andere partners aan een programmering van energie-infrastructuur voor de middellange termijn. We spannen ons ook in om mogelijkheden in kaart te brengen – (proces)innovaties, opslag/conversie, vraag/aanbodsturing – voor efficiëntere benutting van de energie-infrastructuur. We koppelen dit aan casussen waar het relevant is in Zuid-Holland.
De opwekambitie voor de RES-regio’s is in het omgevingsbeleid niet aangepast. In de beleidskeuze 'zonne-energie' staat dat bij de ontwikkeling van projecten voor zonne[1]energie het van belang is om de inpassingsmogelijkheden op de (geplande) energie[1]infrastructuur mee te wegen bij de keuze voor een locatie. Daarnaast staat in de maatregel ‘uitwerking zoekgebieden zon en wind’ dat bij de uitwerking van zoekgebieden bekeken moet worden of er voldoende ruimte op het netwerk beschikbaar of tijdig realiseerbaar is.
Wat houdt het aanvalsplan ‘Zon op dak’ precies in?
Met het Aanvalsplan ‘Zon op Dak’ willen we stimuleren dat er op zoveel mogelijk daken, die hiervoor geschikt zijn, zonnepanelen worden geplaatst. Dit doen we door:
- zon op dak en dubbel ruimtegebruik aan te moedigen, zoals uitgewerkt in de provinciale zonneladder;
- energiecoöperaties en eigenaren van daken bij elkaar te brengen;
- het bieden van ondersteuning en advies bij het aanvragen van subsidies;
- de ontwikkeling van kennis over bijvoorbeeld nieuwe financieringsmogelijkheden te subsidiëren;
- de ‘zonnewijzer’, een online tool waarin de beschikbare ruimte voor zonnepanelen op bijvoorbeeld daken en bedrijventerreinen in kaart is gebracht.
Meer informatie is te vinden op: https://www.zuid-holland.nl/@26487/energietransitie-aanvalsplan-zon-dak/.
Energietransitie is zeer noodzakelijk, maar biodiversiteitsherstel ook. Waarom dan windmolens in of tegen natuurgebieden aan, zelfs in Natura 2000-gebieden?
Voor een windpark in of nabij Natura 2000-gebieden is het verplicht om te onderzoeken of er een belangrijk effect is op het gebied. Als hieruit blijkt dat windturbines geen belangrijke effecten hebben op de planten- en diersoorten of de leefomgeving waarvoor het Natura 2000- gebied is aangewezen, zijn windturbines in of nabij dit gebied mogelijk.
Wie worden betrokken bij de participatie-activiteiten? Werkt het betrekken van veel participanten niet vertragend?
Zoals voorgenomen in het participatieplan hebben we voornamelijk regionale belanghebbenden actief betrokken bij participatie-activiteiten. Dit zijn vaak RES-regio’s en gemeenten, maar ook andere organisaties zoals energiecoöperaties, belangenorganisaties en netbeheerders. Hiermee willen we voorkomen dat participatie over besluiten in de RES, waarover al participatie is georganiseerd door gemeenten, dubbel uitgevoerd wordt. Bovendien willen we het initiatief voor participatie met inwoners bij gemeenten laten. Via samenwerking in de RES’en zijn wij daarbij aangesloten.
Tegelijkertijd willen we iedereen die geïnteresseerd is in de nieuwe module Energietransitie de mogelijkheid bieden om informatie hierover op te doen en een reactie te geven. Dit doen we bijvoorbeeld door de beschikbare informatie op de webpagina te plaatsen en uitnodigingen voor participatiemomenten breed te versturen. Daarnaast zijn er formele momenten om een reactie te geven op de voorgenomen wijzigingen, die voor iedereen open staan. Deze momenten zijn vanaf het begin in de planning opgenomen en zullen niet tot vertraging leiden.
Is een windmolen op boerenerf 100% lokaal eigendom? Dus niet voor de omwonenden die er last van (kunnen) hebben?
Bij lokaal eigendom denken we bijvoorbeeld aan burgers, bedrijven, lokale overheden, waterschappen of andere lokale partijen die gevestigd zijn in de lokale omgeving. Een agrarisch ondernemer die initiatiefnemer en eigenaar is van een windturbine op eigen grond heeft de verantwoordelijkheid hierover te participeren met de omgeving waarbij ook de mogelijkheden voor mede-eigenaarschap en andere vormen van financiële participatie kunnen worden aangeboden. In de praktijk gebeurt dit vaak vanzelf omdat goede relaties met de buren voordelig zijn voor iedereen.
De RES'en zijn een samenwerking tussen verschillende overheden. Wie heeft straks de regie bij de uitvoering?
De RES-regio’s ontwikkelen nu uitvoeringsprogramma’s. Hierin is aangegeven wie welke rol heeft in de uitvoering.
Hoe helpt dit beleid bij het versnellen van de energietransitie?
De energietransitie is belangrijk. Het uitvoeren van de plannen ligt bij de RES-regio's (waar wij partner van zijn). Met deze herziening van het beleid zorgen we ervoor dat de plannen mogelijk zijn. Vervolgens is het belangrijk dat ontwikkelingen binnen de kaders kunnen worden gerealiseerd. Ook onder het bestaande beleid kunnen projecten worden ingediend. We bieden verschillende subsidies en investeringsprogramma's om de energietransitie te versnellen.
Meer weten?
Wil je meer over weten over de uitkomsten van dit tweede participatiemoment? Neem contact met ons op via energie@pzh.nl.
Kijk het webinar van 6 april 2022 terug.
Lees het uitgebreide verslag van het webinar Denk mee over de omgeving: energietransitie in Zuid-Holland.
Inloopspreekuren
Naar aanleiding van de vragen tijdens het webinar van 6 april 2022 en na afloop via de enquête hebben we een aantal inloopspreekuren georganiseerd. Tijdens deze bespreekuren kon iedereen vragen stellen over onduidelijkheden over het omgevingsbeleid. Elke sessie behandelde een specifiek onderwerp. Wil je meer weten over de vragen die gesteld zijn tijdens deze bespreekuren? De vragen uit de bespreekuren hebben we toegevoegd aan het complete overzicht (pdf, 87 kB) van alle vragen per onderwerp.
Lees het sfeerverslag van de bespreekuren.
3. Ontwerp herziening wordt vastgesteld
In april 2022 is het ontwerp van de module Energietransitie door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Bekijk de versie Ontwerp module Energietransitie Omgevingsbeleid.
Participatie
Vanaf 14 juni 2022 kon iedereen reageren op de ontwerp-module en de MER.
4. In gesprek over de ontwerp module energietransitie
De energieregio’s (RES’en), gemeenten en andere partijen zijn volop bezig met plannen voor de energietransitie. De participatie rond de herziening van het omgevingsbeleid sluit hierop zoveel mogelijk aan.
5. Definitieve module energietransitie en MER wordt vastgesteld door Provinciale Staten
Meer weten?
Wil je meer weten over de participatie naar een aangepaste module Energietransitie? Neem contact met ons op via: energie@pzh.nl.