Onze energierekening stijgt, we willen minder afhankelijk zijn van gas uit Rusland én tegelijkertijd klimaatverandering tegengaan. Daarom werken we als provincie samen aan het landelijke doel om in 2030 de helft minder CO2 uitstoot uit te stoten. Daarom maken we plannen om onze energie te verduurzamen. Windenergie is één van de manieren waarop we dat doen. Maar wat is windenergie nou eigenlijk, wat zijn de voor- en nadelen en wat is de rol van de provincie hierin?
Wat is windenergie?
Met windenergie wordt het opwekken van elektriciteit door middel van wind bedoeld. Wind is het bewegen van lucht in een bepaalde richting. Wanneer je deze beweging op kunt vangen en omzet in elektriciteit, spreek je van windenergie. Meestal gebeurt dit in de vorm van windturbines. Deze zijn er in allerlei vormen en maten. Door het draaien van de wieken (rotor) van een windturbine, wordt de kracht van de wind omgezet in elektriciteit. Een beetje zoals de dynamo op je fiets die elektriciteit levert aan je fietsverlichting. Bij windturbines wordt deze elektriciteit niet geleverd aan fietsverlichting, maar aan het elektriciteitsnet.
Waarom is windenergie duurzaam?
Duurzame energie is energie die wordt verkregen van bronnen die niet op kunnen raken. Dat is bijvoorbeeld de wind, maar ook zon of stromend water. De natuurlijke warmte van de aarde is ook een duurzame energiebron. Wanneer we deze bronnen goed kunnen benutten hoeven we ons geen zorgen te maken dat we zonder energie komen te zitten doordat bijvoorbeeld de olie- en gasvoorraden opraken of niet beschikbaar zijn. Dit maakt ons ook minder afhankelijk van landen waar we fossiele brandstoffen vandaan moeten halen.
Wat zijn voor- en nadelen van windenergie?
Bij opwek van energie door windmolens komt geen CO2 kijken. De opwek is dus een stuk duurzamer en milieuvriendelijker. Bovendien raakt het nooit op in een land als Nederland. Daarnaast is windenergie ook erg goedkoop. Sommige mensen vinden het aangezicht van windturbines niet mooi of hebben last van het geluid of de schaduw (slagschaduw van de wieken) die van de turbines komt. Ook hebben windturbines vaak een impact op de natuur in de omgeving, denk bijvoorbeeld aan vogels of vleermuizen die tegen de wieken aanvliegen. Gelukkig zijn er allerlei maatregelen om deze nadelen zo veel mogelijk te beperken. Zoals het stilzetten van de molens wanneer er vogels langs vliegen of wanneer de schaduw van de wieken voor overlast zorgen. Wet- en regelgeving over windturbines is bedoeld om burgers en de natuur zo goed mogelijk te beschermen tegen dit soort nadelige effecten. Het Rijk is op dit moment bezig deze regels opnieuw te onderzoeken en aan te passen om deze bescherming te waarborgen.
Wat is de invloed van het geluid van windmolens?
Windturbines produceren geluid. Hoeveel geluid een windturbine mag produceren, is vastgelegd in de regels. Omdat er overdag meer geluid is van bijvoorbeeld auto’s, vliegverkeer of fabrieken, is het geluid van windturbines vaak niet goed te horen. Als het ’s nachts stiller is, dan valt het geluid wel meer op. Daarom is de norm voor windturbinegeluid in de avond en nacht strenger.
Omwonenden kunnen het geluid van een windturbine als hinderlijk ervaren. Uit verschillende onderzoeken blijkt dat ‘laagfrequent geluid’ (lage tonen/bromtonen) niet voor extra hinder zorgt in vergelijking met ‘gewoon’ geluid. Voor andere gezondheidseffecten zoals slaapverstoring, hart- en vaatziekten en de stofwisseling zijn de resultaten van wetenschappelijk onderzoek niet eenduidig: deze effecten hangen niet duidelijk samen met het geluidniveau, maar soms wel met de hinder. Ten slotte laat de literatuur zien dat omwonenden minder hinder ondervinden van de windturbines als ze betrokken worden bij de plaatsing ervan, er (financieel) voordeel bij hebben of controle kunnen hebben (zoals een knop om de turbine stil te zetten).
Om meer inzicht te krijgen in de effecten van windturbines op de gezondheid van omwonenden, starten in 2023 nieuwe onderzoeken hiernaar.
Waarom is windenergie op land nodig? Waarom kan het niet allemaal op zee?
Mensen vragen zich vaak af waarom windmolens op land nodig zijn. Waarom zetten we ze niet op zee? Er wordt volop gebouwd aan windmolenparken op zee en er komen er de komende jaren nog veel bij. De toch al zeer intensief gebruikte Noordzee, raakt aardig vol met windmolens. Zeker als je bedenkt dat er na 2030 nog meer nodig zal zijn. In 2030 zal ongeveer 75% van ons huidige elektriciteitsverbruik afkomstig zijn van windmolens op zee. Om zoveel mogelijk ook de rest van onze elektriciteitsbehoefte dan duurzaam op te wekken, zetten we ook in op opwek op land. Dat doen we vooralsnog vooral met zonne- en windenergie, omdat dit bewezen technieken zijn en relatief goedkoop.
De zon schijnt niet altijd en het waait ook niet altijd overal. Vaak zie je juist veel wind als er minder zon schijnt en andersom. Daarom hebben we voorlopig beide nodig. Opslag van energie ontwikkelt zich snel, maar voorlopig nog niet voldoende om ons elektriciteitsverbruik alleen met zonne-energie te realiseren. De netbeheerders geven aan dat een goede balans tussen zonne- en windenergie belangrijk is om ons elektriciteitsnet de komende jaren stabiel en betrouwbaar te houden. Zo’n balans houdt ook de kosten van de aanleg van het elektriciteitssysteem lager. Belangrijk voordeel van een windmolen boven een zonnepark is de ruimte die het vraagt. Om evenveel op te wekken als één windmolen van 4,2 MW is er ongeveer elf á vijftien hectare aan zonnepanelen nodig. Dat zijn 16 á 22 voetbalvelden.
Wat gaat er aan vooraf voordat een molen geplaatst wordt?
Een windpark wordt gebouwd door een ontwikkelaar, vaak in samenwerking met een lokale energiecoöperatie. Voordat zij kunnen gaan bouwen, moeten zij een vergunning aanvragen voor het bouwen en exploiteren van een windpark. De gemeente, provincie of het Rijk kan die vergunning verlenen. Dit is afhankelijk van het grootte van het windpark. Vaak is het ook nodig om het bestemmingsplan te wijzigen. Om een vergunning te krijgen, moet de ontwikkelaar allerlei informatie aanleveren. Zo moet uit berekeningen duidelijk worden dat de norm voor geluid niet overschreden wordt en dat er nauwelijks slagschaduw van de wieken optreedt. Ook moet de ontwikkelaar aantonen dat het veilig is rondom de turbine. Daarnaast moet de ontwikkelaar onderzoek doen naar vogels en vleermuizen in het gebied en de kans dat zij in aanvaring kunnen komen met een windturbine of naar het effect van een turbine op de bodem en het grondwater. Er wordt dus heel wat onderzocht voordat een ontwikkelaar een vergunning kan aanvragen. Gedurende de onderzoeken praat de ontwikkelaar en de gemeente of provincie vaak intensief met de omgeving om te kijken of zorgen bij toekomstig omwonenden weggenomen kunnen worden of aan wensen tegemoetgekomen kan worden. Die wensen kunnen ook liggen in het financieel deelnemen aan het project, zodat de opbrengsten van het windpark ook bij de lokale bevolking terecht komt.
Omdat de effecten van windparken vaak een gemeentegrens overstijgen, bepaalt de provincie in overleg met gemeenten wat in de beste plekken zijn om windenergie te realiseren. De provincie kiest daarbij voor gebieden waar het bijvoorbeeld hard waait (Zuid-Hollandse eilanden) en waar de vraag naar elektriciteit groot is (bijvoorbeeld industriegebieden). Door deze gebieden op een kaart vast te leggen, laat de provincie ook zien waar geen windparken gewenst zijn, zoals bijvoorbeeld in het Groene Hart.
Wat is de rol van de provincie rondom windenergie?
De provincie heeft in het Energieakkoord en Klimaatakkoord afspraken gemaakt met het Rijk en gemeenten om zich in te zetten voor de duurzame opwek van energie. Een belangrijk onderdeel daarvan is windenergie. Hiervoor werkt de provincie nauw samen met gemeenten in de zogeheten Regionale Energiestrategieën (RES), waar gemeenten, waterschappen en provincie samenwerken om in hun eigen regio te onderzoeken en bepalen wat de beste plek is om zon- en windenergie te ontwikkelen. De provincie is daarbij partner in de 7 RES’sen van Zuid-Holland en deelt de kennis en ervaringen in deze 7 regio’s. Op deze manier zet de provincie zich in om de afgesproken doelstellingen uit het Klimaatakkoord te behalen.
Omdat windmolens van ver af te zien zijn, is het aan de provincie om te bepalen wat goede plekken zijn om windparken te bouwen. Wij hebben er voor gekozen om windparken te bouwen daar waar het waait (langs water en snelwegen) en daar waar veel vraag is naar elektriciteit zoals industriegebieden. De provincie mag volgens de wet de vergunning verlenen voor windparken van meer dan 5 MW (2 of meer windmolens) en tot maximaal 100 MW (ongeveer 20 windmolens).
Wat is de Kaart 16?
Kaart 16 toont op de landkaart op welke plekken in de provincie Zuid-Holland het opwekken van windenergie is toegestaan, en op welke plekken dat niet is toegestaan. Daarin zijn regels zijn opgenomen waar gemeenten zich aan moeten houden als zij een bestemmingsplan wijzigen. Dit is belangrijk om goed te bestuderen als er bijvoorbeeld een gemeentelijke wens ontstaat om een windpark te gaan ontwikkelen. Kaart 16 en de Omgevingsverordening kunnen helpen bij de beeldvorming voor de ruimtelijke mogelijkheden van zo’n project.