De cultuurhistorische kaart van Zuid-Holland geeft een overzicht van cultuurhistorische kenmerken en waarden in deze provincie. Het is een overzicht op hoofdlijnen, bijvoorbeeld van waardevolle verkavelingspatronen, gebieden met een archeologische verwachtingswaarde of monumentale boerderijlinten. Dit is het schaalniveau waarop de provincie beleid voert. De cultuurhistorische kaart - ook aangeduid als Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) - kent 3 verschillende thema's: archeologie, historische stedenbouw en historisch landschap.
Cultureel erfgoed in ruimtelijk beleid
De kaart bevat naast dit overzicht ook een selectie van waarden die specifiek van provinciaal belang zijn. Het gaat enerzijds om bijzondere gebieden anderzijds om thema’s van provinciaal belang. Daarmee is de CHS-kaart de onderlegger voor het provinciaal erfgoed van ruimtelijk belang. Vaak sluit dit provinciaal belang aan op rijks- en gemeentelijk belang. Zo bevinden zich binnen de provinciale erfgoedgebieden veel door rijk of gemeente beschermde stads- en dorpsgezichten en monumenten. Hiermee beoogt de provincie de bredere context en de ruimtelijke kwaliteit van dit erfgoed te behouden en te versterken.
Het beleid voor cultureel erfgoed van provinciaal belang is vastgelegd in de provinciale Omgevingsvisie en uitgewerkt in de provinciale Omgevingsverordening. Daarnaast is het cultureel erfgoed ook opgenomen in de provinciale Kwaliteitskaart van de Omgevingsvisie (i.h.b. bij thema Identiteitsdragers en Landschap). Er gelden regels of richtlijnen voor de volgende gebieden en thema’s van provinciaal belang:
Erfgoed-gebieden:
- Kroonjuwelen; cultuurhistorische kroonjuwelen zijn unieke, zeer karakteristieke en gave erfgoedensembles van het Zuid-Hollands landschap. De provincie kent in totaal 12 kroonjuwelen die in zeer sterke mate bepalend zijn voor de identiteit en herkenbaarheid van een plek of landschap. Voor kroonjuwelen geldt de algemene sturingsrichtlijn ‘behoud en versterking van cultuurhistorisch waardevolle structuren en ensembles via bescherming én passende ruimtelijke ontwikkeling’. Deze richtlijn is uitgewerkt in de provinciale Omgevingsverordening (par. 7.3.7 Ruimtelijke kwaliteit, artikel 7.43n).
- Werelderfgoed; cultureel en natuurlijk erfgoed dat van unieke en universele waarde is, kan door de Unesco aangewezen worden tot Werelderfgoed. Zuid-Holland kent 4 werelderfgoederen: aangewezen werelderfgoed:
- Molengebied van Kinderdijk
- Neder-Germaanse Limes
- Nieuwe-Hollandse Waterlinie
- Van Nellefabriek Rotterdam.
De begrenzingen van deze werelderfgoederen staan op de Cultuurhistorische kaart. Het werelderfgoed van Kinderdijk is beschermd via de provinciale Omgevingsverordening (par. 7.3.7 Ruimtelijke kwaliteit). De werelderfgoederen van de Romeinse Limes en de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn ook beschermd via de provinciale Omgevingsverordening (par. 3.17 Werelderfgoed).
Erfgoed-thema’s:
- Archeologie; algemeen uitgangspunt is dat aanwezige archeologische resten in de bodem behouden moeten blijven. Waar bodemverstoring niet is te vermijden is het leidende principe: de initiatiefnemer van de bodemverstoring betaalt het benodigd onderzoek. Het provinciaal ruimtelijk beleid voor terreinen van provinciaal belang is uitgewerkt in de provinciale Omgevingsverordening (par. 7.3.18 Archeologie). Lees hier meer over archeologie.
- Molens; De provincie Zuid-Holland helpt om molens in stand te houden en stimuleert ook gebruik en bezoek van de molens. Ook vindt de provincie het belangrijk dat molens als beeldbepalende elementen gezien kunnen worden en kunnen blijven draaien. Daarom kent Zuid-Holland een beschermend beleid voor de omgeving van windmolens. Dit provinciaal belang wordt geborgd aan de hand van regelgeving voor ‘molenbiotopen’ in de provinciale Omgevingsverordening (artikel 7.3.19. Traditionele windmolens ).
- Landgoederen; Historische landgoederen in Zuid-Holland zijn van grote betekenis voor de omgeving. Ze vormen met hun groene en statige karakter rustruimten in het stedelijk gebied. Om er voor te zorgen dat dit unieke culturele erfgoed niet verloren gaat, heeft de provincie een zogeheten ‘landgoedbiotoop‘ ingesteld. Deze landgoedbiotoop bestaat uit de kern van het landgoed (huis met tuin en/of park) met hier omheen en bufferzone, het zogenaamde blikveld. Ook waardevolle elementen (zoals zichtlijnen, panorama's, weg of waterloop waaraan het landgoed ligt) kunnen deel uitmaken van de landgoedbiotoop. Dit provinciaal belang is geborgd aan de hand van de ‘landgoed- en kasteelbiotoop’ in de provinciale Omgevingsverordening (par. 7.3.20 Landgoederen en kastelen).
- Kasteelterreinen; de nog zichtbare kasteelterreinen in de provincie zijn van grote betekenis voor de cultuurhistorie van Zuid-Holland. Ook vormen ze veelal - met hun groene karakter - rustruimten in het stedelijk gebied. Om er voor te zorgen dat dit unieke culturele erfgoed niet verloren gaat, heeft de provincie een zogeheten ‘kasteelbiotoop‘ ingesteld. De kasteelbiotoop bestaat uit het kasteel/kasteelterrein zelf (ruïne, muurrestanten, een of meer bijgebouwen, omgracht terrein en dergelijke), het zogenoemde het blikveld (de benodigde ruimte om het kasteel/kasteelterrein te kunnen ervaren) en de hoofdlijnen van de oorspronkelijke landschappelijke context. Het provinciaal belang van de kasteelbiotoop is geborgd aan de hand van de ‘landgoed- en kasteelbiotoop’ in de provinciale Omgevingsverordening (par. 7.3.20 Landgoederen en kastelen ).
Cultuurhistorische kaart
De nieuwe kaart is sinds januari 2017 van kracht.
Omgevingsvisie
Het beleid voor cultureel erfgoed van provinciaal belang is vastgelegd in de provinciale Omgevingsvisie. Genoemde artikelen/paragrafen verwijzen naar ‘Ontwerp Zuid-Hollandse Omgevingsverordening’.