Een gezonde, biodiverse leefomgeving is van belang. Zowel voor de mensen die er wonen en werken, als voor de planten en dieren die er voorkomen. Helaas staat de biodiversiteit flink onder druk. Denk aan het groeiend aantal inwoners en bezoekers, verstedelijking en intensivering van de landbouw en andere economische ontwikkelingen. We zetten in op het behouden, herstellen en vergroten van de biodiversiteit in Zuid-Holland, dus ook buiten de natuurgebieden. Sommige dieren- en plantensoorten zijn kenmerkend voor landschappen van Zuid-Holland. In totaal hebben we 40 icoonsoorten benoemd, die samen de verschillende leefgebieden in onze provincie vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld de weidehommel, argusvlinder, merel en dotterbloem. Als het leefgebied voor deze planten en dieren op orde is, kan een gezonde natuur bestaan die in balans is. Ook wij als mens zijn hier afhankelijk van.
De provincie werkt aan het behoud van plant- en diersoorten door natuurgebieden aan te wijzen en te beschermen, soorten te beschermen door wet- en regelgeving in het omgevingsbeleid en door ook buiten natuurgebieden leefgebieden van icoonsoorten te versterken. Bijvoorbeeld door het openstellen van subsidieregelingen voor versterking van het leefgebied van icoonsoorten in het landelijk en stedelijk gebied.
Onderaan deze pagina vind je de 40 icoonsoorten.
Subsidieregeling realisatie leefgebied icoonsoorten, landschapselementen en voedselbossen Zuid-Holland
Voor het verbeteren van het leefgebied van icoonsoorten of habitatrichtlijn-soorten, is deze subsidieregeling opengesteld. Daar hoort ook het aanleggen van andere (houtige) landschapselementen of voedselbossen bij.
Met deze subsidie zetten we in op de bescherming en behoud van soorten die door wettelijke of gebiedsbescherming niet genoeg worden beschermd. Om de biodiversiteit te verbeteren, is het belangrijk dat we maatregelen nemen.
De aanvraagperiode is van 2 september tot uiterlijk 1 november 2024.
Voor 2024 is in totaal €400.000 beschikbaar voor deze subsidie.
De totale subsidiepot in 2023 is benut, mooi om te zien dat veel mensen graag een bijdrage willen leveren aan het verbeteren van de leefomgeving van deze soorten. De meeste ingediende projecten komen in aanmerking voor deze subsidieregeling. En in grote diversiteit, van het versterken van ecologisch waardevolle structuren in gemeenten, aanleg van struweelhagen, poelen, kruidenrijk grasland, natuurvriendelijke oevers, en voedselbossen.
Hoe ziet een gerealiseerd project er dan uit? We gingen op bezoek bij verschillende projecten. Dit jaar bezochten we Porrelland in Noordwijkerhout en Park Westmaas in de Hoeksche waard. Lees het verhaal van Porrelland en Park Westmaas.
Websites en documenten
Hieronder vind je links naar documenten die beschrijven hoe je kunt bijdragen aan het verbeteren van de leefomgeving.
- Soortenbeleid in Omgevingsbeleid
- Handreiking Versterken van Biodiversiteit bij Stedelijke Ontwikkelingen
- Landschapselementen
- Natuurbouwstenen
- Bouwstenen biodiversiteit voor het omgevingsplan
- Bouw
- Natuurinclusief ontwikkelen
- Het levende gebouw
- Infra: Bermen en groenstroken
- Wilde bij
- Vogels in de stad
Argusvlinder
De argusvlinder komt door de hele provincie voor in graslanden met veel bloemen. Ook in veenweidegebieden leeft hij, als een van de weinige dagvlinders. De argusvlinder houdt van afwisseling van kale grond, lage begroeiing en hoge kruidenrijke begroeiing. De vlinder komt bijna niet voor in de duinen, waarschijnlijk omdat de grond daar te droog en schraal is.
Bever
De bever komt relatief veel voor in Zuid-Holland. Het leefgebied bestaat vooral uit de grote rivieren en deltawateren met bossen in de buurt. Bevers hebben zich gevestigd in de Oude Maas, de Lek, Merwede, Hollands Diep en de laatste tien jaar ook langs het Haringvliet. Ook zijn bevers gezien in Gouda en de Krimpenerwaard.
Boomklever
Boomklevers wonen in oude bomen, met genoeg plek om over de boom heen te lopen en voedsel te vinden. De soort komt steeds meer in Zuid-Holland voor. Vroeger was dat vooral op de landgoederen in de duinen. Nu ook in tuinen, het duingebied bij Voorne en de Biesbosch, waar tientallen paren broeden.
Blauwborst
De blauwborst komt voor in moerasgebieden door heel Zuid-Holland, zoals in de Nieuwkoopse Plassen en op Goeree-Overflakkee. De belangrijkste locaties zijn te vinden in het Haringvliet, Hollands Diep, Krammer-Volkerak en de Biesbosch. Het overgangsgebied van rietmoeras naar moerasbos is vooral geschikt voor de blauwborst, want het leefgebied moet zowel uit open stukken als ruige begroeiing bestaan.
Bruinvis
De bruinvis komt voor langs de kust en in grote wateren, zoals de Grevelingen. Vooral in het voorjaar worden steeds meer bruinvissen langs de Noordzeekust waargenomen. Ook komen we ze steeds meer tegen in de Nieuwe Maas. Voldoende rust en voedsel is belangrijk voor het leefgebied van de soort. Ook gedijen ze bij een goed ontwikkelde (zee)bodem, waarvan ook andere zoogdieren profiteren.
Dotterbloem
De (gewone) dotterbloem groeit in verschillende gebieden op vochtige bodems. Zoals aan de waterkant van sloten, kanalen en plassen, in moerassen en rietlanden, in bossen en langs greppels. In Zuid-Holland vinden we de dotterbloem vooral in de veenweidegebieden en langs de grote rivieren. Het water in de buurt moet zuurstofrijk zijn.
Egel
De egel komt veel voor in Zuid-Holland in een grote verscheidenheid aan leefgebieden, maar vooral in bossen en steden (de metropoolregio). De meeste waarnemingen komen uit groene buurten, parken en van landgoederen. De egel houdt van bosrijke verbindingen en recreatieterreinen en verplaatst zich door bosgebieden en wijken met veel groen.
Gewone zeehond
De gewone zeehond houdt van rust. De soort leeft in de delta en langs de kust van Zuid-Holland. Deze soort komt soms ook voor in de Grevelingen en de Nieuwe Waterweg. Voorwaarde is dat er voldoende vis te vinden is, zoals in gebieden met zeebanken, zeestranden en ook in riviermondingen. Deze vallen droog bij eb. Hier kan de gewone zeehond rustig wachten tot het weer vloed wordt.
Gierzwaluw
De gierzwaluw brengt de zomer in ons land door. 16% van de populatie leeft in Zuid-Holland, naar schatting 6.300 tot 9.400 paar. Grote groepen leven in steden als Den Haag en Dordrecht. De gierzwaluw huist ook in kleinere dorpen in het veenweidegebied en de delta.
Glassnijder
De glassnijder komt het meeste voor in de veenweiden, maar soms ook in de duinen en de metropoolregio. Ze leven bij helder water, met genoeg variatie aan begroeiing in en naast het water. De soort leeft bij voorkeur bij sloten met een breedte tot 10 meter en met bos in de buurt.
Groene glazenmaker
De groene glazenmaker leeft in veenmoerassen en zoete veenweiden met sloten, zoals in de Krimpenerwaard en de omgeving van Reeuwijk en Nieuwkoop. De eieren leggen ze maar in één plantensoort: de krabbenscheer. Kleinere oppervlakten worden soms ook gebruikt, wanneer deze dichtbij grotere velden liggen. Daar moeten ook bomen of struweel zijn, voor beschutting. Meer dan een kwart van de populatie leeft in Zuid-Holland.
Foto: Antoine van der Heijden
Groenknolorchis
De groenknolorchis is een kwetsbare en zeldzame soort, die groeit in vochtige duinvalleien, op een voedselarme, schrale bodem en in veenmosrietland. Ze komen voor op een aantal eilanden in de Grevelingen, in de duinen van Voorne en Goeree en de Nieuwkoopse Plassen. De groenknolorchis heeft een open leefgebied nodig met weinig schaduw en een vochtige bodem. In de winter moet de grond zelfs zeer nat zijn of helemaal onder water staan.
Grote stern
De grote stern broedt in kolonies. In Zuid-Holland komen ze voor in de delta. Enkele grote kolonies zijn te vinden op eilandjes langs het Haringvliet, de Slijkplaat en de Markenje. Hoeveel grote sternen in Zuid-Holland broeden hangt gedeeltelijk af van hoeveel vogels in de Zeeuwse delta broeden. De grote stern broedt op kwelders, zandplaten en eilandjes met weinig begroeiing. In de buurt moet genoeg vis zijn als voedsel.
Grutto
De grutto is het symbool voor alle weidevogels op vochtige graslanden in het veenweidegebied, waar verschillende bloemen en kruiden groeien. Als de soort zich uitbreidt, profiteren alle andere weidevogels mee. Naast de veenweiden leeft de grutto in de delta. De grootste kolonies vinden we in het kustgebied (Midden-Delfland, Haaglanden). Kleinere in Oudeland van Strijen, Polder Biert, Korendijk en op Goeree.
Heivlinder
De heivlinder leeft in de duinen van Zuid-Holland. De grootste groepen leven tussen Den Haag en Noordwijk. Ze houden van een afwisselend leefgebied, met genoeg bloemen voor nectar en open plekken om hun eieren te leggen. Bomen en struiken bieden de heivlinder beschutting bij warm weer.
Huismus
Vroeger leefde de huismus vooral in Den Haag, Leiden en Rotterdam. De laatste jaren treffen we de huismus meer aan in kleinere dorpen en op boerderijen in de Krimpenerwaard, Alblasserwaard en Midden-Delfland. De huismus houdt van een rommelige omgeving met veel variatie.
Kleine zwaan
De kleine zwaan brengt vanuit het koude noorden de winter door in Zuid-Holland. Grote groepen kleine zwanen zijn dan te vinden in veenweidegebieden, zoals in de Alblasserwaard en de Krimpenerwaard. Kleinere groepen treffen we aan in de buurt van Driebruggen, Reeuwijk en de Rijnstreek. Ook overwinteren kleine zwanen in de Biesbosch en het Volkerak, allemaal gebieden met voldoende voedsel en rust.
Kluut
De kluut is alleen in het broedseizoen in Nederland. De soort leeft in veel verschillende gebieden in Zuid-Holland. De meeste kluten leven in de delta. Buiten de delta, zoals bij Delft en Zoetermeer, zijn ook een paar broedgevallen waargenomen. De kluut komt in zowel zoute als zoete gebieden voor. Het is een pionier. Hij kan zich makkelijk ergens vestigen. Een vereiste voor het leefgebied van de kluut is korte begroeiing.
Konijn
Het konijn komt in Zuid-Holland het meest voor in duingebieden, want ze hebben een voorkeur voor zandige bodems. Daar kunnen ze makkelijk holen graven. Konijnen spelen een belangrijke rol in het beheer van het duingrasland. Doordat zand gebruikt wordt bij het bouwrijp maken van woningen en wegen komt het konijn ook elders in de provincie voor (metropoolregio en delta).
Meervleermuis
De meervleermuis komt relatief veel voor in Zuid-Holland. Het leefgebied bestaat vooral uit het veenweidegebied met zijn vele sloten, vaarten en meren. De soort jaagt in lange trajecten boven groot open water of langs oevers. Kolonies vind je vooral in de omgeving van Nieuwkoop, Reeuwijk en Gouda. Overwinteren doet de meervleermuis in de duinen, vaak in de bunkers tussen Den Haag en Wassenaar.
Merel
Merels hebben niet veel nodig: loofbomen, struiken en (kleine) grasvelden zijn voldoende. Ze komen vooral voor in dorpen en steden, maar zijn in heel Zuid-Holland te vinden. Ze broeden overal waar klein groen is. Merels leven vooral in de bosrijke buitensteden en op landgoederen.
Nachtegaal
De nachtegaal komt vooral voor langs de grote rivieren en in de duinen. 28% van de populatie broedt in Zuid-Holland. Vooral tussen Den Haag en Katwijk en tussen Noordwijk en Vogelenzang en de Biesbosch. Op Goeree-Overflakkee raken de buitendijkse gebieden steeds meer begroeid, wat de nachtegaal aantrekt.
Noordse woelmuis
De Noordse woelmuis komt alleen in Nederland voor, waarvan ruim een derde in Zuid-Holland. Gelukkig heeft de Noordse woelmuis geen watervrees. Daarom komt de Noordse woelmuis veel voor in natte gebieden die groot genoeg zijn. Zoals in de moerassen in het Noordelijk deltagebied, maar ook in de grotere veenmoerassen: Kagerplassen, Nieuwkoopse Plassen, Vlaardingse Vlietlanden en Kinderdijk.
Otter
De otter leeft voornamelijk in uitgestrekte moerasgebieden. In Zuid-Holland vind je de otter in de Nieuwkoopse Plassen. Sinds kort zijn ze ook in de omgeving van Reeuwijk waargenomen. Mogelijk verspreid de otter zich naar de Krimpenerwaard en het rivierengebied. Ze leven op oevers waar voldoende dekking is. Dan kan de otter zich wel over 40 kilometer oeverlengte verspreiden.
Patrijs
De patrijs komt voornamelijk voor in akkerbouwgebieden met voldoende biodiversiteit (planten/zaden en insecten). Het gaat om nog maar een paar plekken waar de soort voorkomt. De grootste kolonies vinden we in de Bollenstreek, de grote droogmakerijen en langs de zuidrand van de Hoeksche Waard. De patrijs vindt zijn voedsel in de ruige akkerranden, hagen en begroeide dijken. Een gevarieerd aantal planten en insecten is van levensbelang voor de patrijs.
Purperreiger
De purperreiger is alleen in het broedseizoen in Nederland. De soort broedt in de veenmoerassen met veel riet en struikgewas, en steeds vaker ook in bomen. Grote kolonies broedende purperreigers zitten in de Nieuwkoopse Plassen, Kinderdijk en Zouweboezem. Kleinere kolonies treffen we aan in het Lingegebied, de Sliedrechtse Biesbosch, Alblasserwaard en Krimpenerwaard.
Rietorchis
De rietorchis groeit in veel verschillende landschappen, ondanks dat de soort hoge eisen stelt aan hun groeiplaats. Het leefgebied moet open zijn met een vochtige bodem. We vinden de rietorchis bijvoorbeeld in graslanden, veenweiden, rietland, langs greppels en sloten en in bermen. Het grootste deel van de rietorchissen in Zuid-Holland komt voor in de veenweiden, de delta en de duinen.
Roerdomp
De roerdomp komt verspreid over de provincie voor in kleine groepen, maar hij leeft vooral in de veenweidegebieden en de delta. De roerdomp broedt in moerassen met stevig riet. De soort is bijna verdwenen uit de veenmoerassen bij Nieuwkoop, Zouweboezem en Kinderdijk. Ze broeden steeds meer in de rietstroken in het duingebied. Ook is de roerdomp langs het Haringvliet, in de Biesbosch en in de recreatiegebieden in Midden-Delfland gespot.
Rosse vleermuis
De rosse vleermuis komt relatief veel voor in Zuid-Holland. Deze icoonsoort komt veel voor in oude bossen en op landgoederen, meer specifiek in en rond oude holle beuken- of eikenbomen. Daar leeft de soort zowel in de zomer als in de winter. Om voedsel te vinden overbrugt de rosse vleermuis soms tientallen kilometers naar de grotere plassen, meren en moerasgebieden.
Rugstreeppad
De rugstreeppad komt vooral in de vochtige duinvalleien voor. Lokaal vinden we de soort ook in de veenweiden en daar waar oude zeeklei ligt. De rugstreeppad heeft een voorkeur voor duinen en gebieden waar planten groeien op menselijk puin en afval. De rugstreeppad heeft ondiepe wateren nodig voor de voortplanting. Dit kunnen slootjes en vennen zijn, maar ook tijdelijke poelen en plassen.
Spindotter
De spindotter komt alleen langs de rivieren in West-Europa voor. De soort is vrij zeldzaam in Nederland, maar komt in Zuid-Holland relatief veel voor, zoals in de Biesbosch en langs de Oude Maas. Ruim driekwart van de spindotters in ons land groeit in Zuid-Holland.
Steenuil
De steenuil verblijft het hele jaar in Nederland. Ze broeden vaak op boerenerven met veel variatie in de buurt. De soort houdt van oude knotwilgen, oude gebouwen en heggen. Ook moeten er genoeg plekken zijn waar de steenuil op een hoogte van ongeveer één meter kan zitten. Vanaf die plek jaagt hij dan. Het jachtgebied moet het hele jaar lage begroeiing hebben.
Steur
De steur leeft in de grote rivieren, deltawateren en de Noordzee. De rivieren vormen een verbinding tussen de Noordzee en het achterland, waar de steur paait. De waterkwaliteit van deze rivieren is belangrijk voor de soort.
Weidehommel
De weidehommel komt voor in bloemrijke graslanden, open landschappen, bosranden, agrarische gebieden en tuinen. De weidehommel houdt van variatie in zijn leefgebied, maar is al tevreden met voldoende voedsel en beschutting. De kwaliteit en omvang van groen en groene verbindingen in de stad en agrarische gebieden zijn belangrijke voorwaarden voor de weidehommel. Foto: Vlinderstichting.
Wilde hyacint
De wilde hyacint komt in allerlei gebieden voor: (duin)bossen, houtwallen, grasland, landgoederen en op begraafplaatsen. In Zuid-Holland vooral in binnenduingebieden en in de buurt van bebouwing. De wilde hyacint komt van nature in ons land voor, want de plant is eeuwen geleden in vochtige en voedselrijke gebieden aangeplant. De grond mag niet te vochtig zijn.
Zandhagedis
De zandhagedis komt alleen voor in duinlandschappen. Op veel plekken leven nog relatief veel zandhagedissen, maar bij Voorne en Goeree is de soort bijna verdwenen. De zandhagedis leeft vooral in het halfopen duingebied, waar bloemrijk duingrasland, zandige plekken, struweel en andere beschutting elkaar afwisselen.
Zandhommel
Ruim 90% van de zandhommels in ons land leeft in Zuid-Holland. De meeste leven langs het Haringvliet en in de Biesbosch. De zandhommel leeft in open gebieden met veel variatie aan bloemen, die in het vroege voorjaar tot de late zomer bloeien. Nesten liggen onder graspollen of mos.
Zalm
De zalm komt voor in de grote rivieren, de deltawateren en de Noordzee. De soort is gespot in het Haringvliet. De rivieren zijn van groot belang: ze vormen de verbinding tussen de zee en het achterland, waar de soort paart. De zalm legt soms honderden kilometers af. Helder en visrijk water is hierbij belangrijk.
Zeearend
De zeearend komt voor in de delta. Vroeger bracht de zeearend alleen de winter door in ons land, maar sinds kort broeden enkele paren ook in Zuid-Holland. Bekend is een broedend paar in de Biesbosch, maar ook op de Hellegatsplaten in het Volkerak. Naar verwachting gaat er ook gebroed worden op het eiland Tiengemeten. Al deze plekken bieden de zeearend rust en ruimte.
Zwarte stern
De zwarte stern broedt in Nederland. De soort maakt een nest op drijvende waterplanten. Vooral krabbenscheer is hiervoor geschikt en groeit in ondiep, schoon water. De zwarte stern vinden we in veenmoerassen en agrarisch gebied met genoeg brede sloten. De belangrijkste broedgebieden zijn in de Krimpenerwaard, de Nieuwkoopse Plassen, Kinderdijk en Zouweboezem.
De meeste foto's van deze icoonsoorten zijn gemaakt door Kees Mostert.