De provincie is verantwoordelijk voor luchthavens met een regionale betekenis. Dit zijn luchthavens voor bijvoorbeeld helikopters, zweefvliegtuigen en (sport)vliegtuigen met een motor. Een voorbeeld hiervan is vliegveld Numansdorp.
Wettelijk kader
Als verantwoordelijk overheidsorgaan bepaalt de provincie met een luchthavenbesluit:
- Waar een luchthaven mag komen
- Hoe een luchthaven gebruikt mag worden: openingstijden, welke vliegtuigen mogen er landen en vertrekken en hoeveel
- Wat mag er wel en niet op de gebieden om de luchthaven heen
In enkele bijzondere gevallen is er geen besluit of regeling nodig. Dat is bijvoorbeeld het geval als een luchthaven alleen gebruikt wordt voor luchtballonnen en drones. Een verklaring van de burgermeester dat de gemeente geen bezwaar heeft tegen de luchthaven is dan genoeg.
De provincie kan een ontheffing geven voor een start of landing buiten de luchthaven. Bijvoorbeeld voor een trauma- of politiehelikopter. Dit wordt een ontheffing voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik (TUG) genoemd.
Beleid
De provincie biedt ruimte aan diverse vormen van kleine en recreatieve luchtvaart. Maar het moet wel in de omgeving passen. Daarom is de provincie terughoudend met het aanwijzen van nieuwe plekken voor de een luchthaven voor bedrijven.
Nieuwe en duurzamere vormen van vliegen komen de laatste jaren snel op, dus dat vraagt om nieuw beleid. Bekijk de informatie bij onbemande luchtvaart.
De provincie heeft het beleid bij het verlenen van TUG-ontheffingen vastgelegd in de “Beleidsregel landen op en opstijgen van terreinen anders dan van luchthavens Zuid-Holland 2019”.
Uitvoering
De Milieudienst Rijnmond (DCMR) voert de taken van de provincie voor de luchtvaart uit. Je kunt je daar een melding maken als je overlast ervaart van het vliegverkeer. Meer informatie op de website van de DCMR.