Een gezonde en veilige leefomgeving. Daar werken wij als provincie Zuid-Holland aan. Daarbij gaat het al snel over vergunningverlening, toezicht en handhaving. Beetje abstract. Gelukkig werken er bij de Zuid-Hollandse Omgevingsdiensten professionals die goed kunnen vertellen hoe de praktijk eruit ziet. En wat hen drijft. Graag laten wij ze aan het woord. Deel 4: het Toezichtslab van DCMR Milieudienst Rijnmond. Over bewust en onbewust gedrag en een rolletje gekleurde ‘tape’ in de vuurwerkopslag. Aan het woord is Niek Hoogervorst.
“Waarom doen mensen en bedrijven eigenlijk dingen die ze niet zouden moeten doen? Wat zit erachter? Doen ze het misschien onbewust? En hoe kunnen we ervoor zorgen dat de situatie beter wordt? Dit zijn de soort vragen die wij stellen bij het Toezichtslab van DCMR. Ik werk daar als gedragswetenschapper en ik pas wetenschappelijke inzichten toe om de collega’s, bijvoorbeeld inspecteurs die naar bedrijven gaan, te helpen bij hun werk. De missie van het Toezichtslab is het toezicht slimmer en effectiever maken.
We bestaan nog niet zo lang als Toezichtslab. De start was in 2018. Het team bestaat, naast gedragswetenschappers, uit een communicatiedeskundige, een toezichtspecialist en een aantal data-analisten. Onze belangrijkste opdrachtgevers zijn de inspecteurs van de Afdeling Inspectie en Handhaving.
Regulier toezicht zou je kunnen omschrijven als: er zijn wetten en de naleving daarvan moet worden gecontroleerd. En als dat niet goed gaat, volgt een waarschuwing of een straf. Wat wij bij het Toezichtslab doen, is proberen na te gaan waarom dingen niet goed gaan en of we het gedrag zodanig kunnen beïnvloeden dat verbetering volgt. Misschien zijn de regels wel zo complex dat een bedrijf ze onbewust overtreedt. Wij onderzoeken of een bepaald beleid of een aanpak wel werkt. En we zoeken naar verbeteringen als dat niet zo is. Met andere woorden: we experimenteren met het beleid. Het zou kunnen dat het eenvoudiger maken van het gewenste gedrag al helpt.
Verkeerd gedrag kan ook het gevolg zijn van de cultuur in een bedrijf. Bij ondernemingen staat productie soms boven veiligheid. Bij het Toezichtslab maken we een meetinstrument, een soort thermometer die we in een organisatie kunnen steken om na te gaan hoe het zit met de bedrijfscultuur. Met weer die vraag: waarom doen ze wat ze doen? Waar zitten de valkuilen voor ongewenst gedrag? En, kunnen we die organisatiecultuur positief beïnvloeden?
De onderwerpen waar wij ons bij het Toezichtslab mee bezig houden zijn heel divers en dat geldt voor heel DCMR. Dan heb je het bijvoorbeeld over geluids- en lichtoverlast door sportverenigingen. Daar hebben mensen in de buurt vaak last van, terwijl de enthousiaste vrijwilligers van die clubs daar helemaal geen erg in hebben. We zijn ook bezig met wat we noemen de integere haven, waarbij het de vraag is hoe je mensen kunt helpen bij het melden van zaken die verdacht zijn. Natuurlijk richten we ons ook op milieu-inspecties in de Rotterdamse petrochemische sector. Zaken die recent de media haalden zijn de stofoverlast in Hoek van Holland, veroorzaakt door steenkoolopslag en de problematiek van de miljoenen microplastic korrels, die in de haven en dus in het milieu komen.
Een mooi voorbeeld dat laat zien hoe wij werken is de opslag van vuurwerk rond Oud en Nieuw, zoals bekend vaak bij een winkel ergens in een woonwijk. Daarbij gaat het om duizenden kilo explosief materiaal dat korte tijd wordt opgeslagen en wordt verkocht met inzet van veel tijdelijk personeel, vaak jonge mensen. Met die opslag ging het jaar in, jaar uit mis. Zo werd er een te smal gangpad tussen de dozen aangehouden en stond het vuurwerk vaak verkeerd gestapeld. Een gevaarlijke situatie. Inspecteurs hadden al van alles geprobeerd: van informatie geven tot bestraffen. Het hielp niet en dat vonden ze frustrerend. Vanuit de gedragswetenschap, kijkend met een andere bril, zeiden wij: blijkbaar is het voor die bedrijven heel logisch om het fout te doen. En dat klopte ook, want de vuurwerkverkoop is geen routine, wel hectisch en chaotisch. Het is hard werken en dan ben je daarmee bezig en niet met de regels. Onze insteek was: als ze een overtreding maken bij de opslag, dan moet dat direct opvallen. En zo bleek de oplossing te liggen in een rolletje opvallend geelzwarte tape. Om simpelweg een gangpad te markeren en de maximaal toegestane stapelhoogte van het vuurwerk. Onder het motto ‘voorkom gesleep, gebruik tape’ hebben we de vuurwerkbedrijven met het plakband ook extra tips gegeven en een checklist. De inspecteurs die bij de bedrijven langs zijn gegaan, zagen een halvering van het aantal overtredingen. Een mooi resultaat met een rolletje tape van 2 euro.”