Mens en natuur kunnen soms op gespannen voet staan met elkaar. Te grote aantallen dieren op 1 plek kunnen gevaar opleveren voor de samenleving: zo kunnen te grote aantallen muskusratten onze dijken ondermijnen en kunnen vogels gevaar opleveren voor het vliegverkeer. Worden de populaties dieren te groot, dan kunnen zij ook weer andere dieren of planten verdringen. De provincie streeft naar evenwicht in de populaties en weegt doorlopend belangen van natuur en samenleving af. Waar nodig neemt de provincie maatregelen, zowel wanneer bepaalde soorten het moeilijk hebben als wanneer dieren overlast veroorzaken.
Evenwicht
In geval van (dreigende) schade of overlast maakt de provincie in beginsel gebruik van diervriendelijke methodes, zoals verplaatsen of verjagen. Een ontheffing voor het bejagen van een soort wordt pas verleend als er:
- grote schade is of dreigt aan bijvoorbeeld gewassen;
- een risico bestaat voor verkeersveiligheid of volksgezondheid;
- grote schade is of dreigt aan flora en fauna.
De ontheffingsaanvraag om een beschermde diersoort te doden, moet altijd zeer zorgvuldig onderbouwd en afgewogen worden.
Faunabeheer en schadebestrijding
De Wet natuurbescherming (Wnb) voorziet in regels voor het bestrijden van schadeveroorzakende diersoorten en het beheren van populaties. Het bejagen, beheren of bestrijden van diersoorten mag slechts plaatsvinden overeenkomstig met een faunabeheerplan. Dit faunabeheerplan wordt vastgesteld door het bestuur van de Faunabeheereenheid Zuid-Holland (FBE) en moet goedgekeurd worden door Gedeputeerde Staten. Het plan moet voldoen aan de regels die gesteld zijn in de Wet Natuurbescherming en in de Verordening uitvoering Wet natuurbescherming Zuid-Holland. Gedeputeerde Staten hebben algemene kaders voor het beheren van dier- en plantensoorten geformuleerd in het ‘Beleidsplan uitvoering Flora- en Faunawet’.
Op basis van een goedgekeurd faunabeheerplan worden ontheffingen verleend aan de Faunabeheereenheid. Ook gelden er enkele vrijstellingen voor het bestrijden van schadeveroorzakende diersoorten. Grondgebruikers en jachthouders kunnen onder voorwaarden van genoemde vrijstellingen en ontheffingen gebruikmaken. Eén van deze voorwaarden is dat men zich dient te houden aan het faunabeheerplan.
Faunabeheer per soort:
Aziatische hoornaar
De aandacht voor de Aziatische hoornaar neemt toe en de provincie Zuid-Holland ontvangt meer vragen over de aanpak van deze invasieve exoot. De Aziatische hoornaar, die kleiner is dan de Europese hoornaar, is actief van april tot november, met een piek in augustus en oktober. Er is ook een stijging in het aantal meldingen, maar vooralsnog lukt het de provincie om hier adequaat op te reageren.
Wij zetten ons in op het bestrijden van de Aziatische hoornaar om onze inheemse biodiversiteit te beschermen. De Aziatische hoornaar is schadelijk voor hommelsoorten en andere vliegende insecten en heeft een effect op de bedrijfs- en hobbymatig gehouden honingbijen. Daarnaast is de Aziatische hoornaar gevaarlijk voor mensen met een allergie voor bijen- en wespensteken. Omdat Aziatische hoornaars zich zelden tot nooit aangetrokken voelen tot menselijke zoetigheden, is de kans om door een hoornaar gestoken gelukkig aanzienlijk kleiner dan bij limonadewespen. De zomernesten van Aziatische hoornaars hangen meestal hoog in de boom, buiten bereik van menselijke activiteiten.
Onze strategie is om zoveel mogelijk nesten van de Aziatische hoornaar weg te halen en wij vragen inwoners dan ook om vooral een melding in www.waarnemingen.nl te maken als ze een (nest) Aziatische hoornaars signaleren. Wij zijn blij met de inzet van vrijwilligers die hun steentje bijdragen als het gaat om de opsporing van de nesten. Dit helpt ons bij de aanpak van deze invasieve exoot.
Wij houden de situatie nauwlettend in de gaten en hebben overleg met andere provincies om te bepalen welke strategie we volgend jaar nodig hebben.
Damherten
Verspreiding in Zuid-Holland: damherten komen in Zuid-Holland voornamelijk voor in en rond het duingebied tussen Den Haag en Noordwijk waar ze zich in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw hebben gevestigd door uitzetting en ontsnapping. In de Hoeksche Waard en bij Nieuwkoop komen verwilderde damherten voor. Hier gaat het om gehouden dieren die zijn ontsnapt (zie onder).
Beheer: Het damhert heeft een breed voedselspectrum; naast knoppen van houtige gewassen en kruiden kan het damhert goed overleven op grassen. Door de sterke populatietoename is schade ontstaan aan de natuur (zoals in de Amsterdamse Waterleiding Duinen) en overlast voor verkeersveiligheid, schade aan landbouwgewassen en schade aan de natuur. De provincie neemt diverse maatregelen om schade en ongelukken te voorkomen. Denk aan rasters en wildspiegels om te voorkomen dat de dieren een weg oversteken of door de snelheid te verlagen. Als dat echt niet anders kan wordt beheer uitgevoerd. Jagers en beheerders van natuurterreinen voeren het beheer uit op basis van een ontheffing.
Hoeksche Waard: in de omgeving van Numansdorp en Strijen loopt een groep verwilderde damherten rond. Deze zijn ontsnapt en horen van nature niet in het gebied thuis. De groep groeit en de verwachting is dat de herten zich steeds meer buiten het gebied gaan verspreiden en daarbij wegen oversteken. Daarmee neemt de kans op verkeersonveilige situaties toe. Daarnaast veroorzaken damherten ook schade aan landbouw- en andere gewassen. De provincie heeft daarom besloten de populatie tot nul terug te brengen. Langer wachten leidt in de toekomst tot grootschaliger ingrijpen.
Bekijk ook de Q&A over de Damherten in de Hoeksche Waard.
Nieuwkoop: in polder Westveen bij de Nieuwkoopse Plassen zijn in 2008 zo’n 8 damherten ontsnapt van een particulier. Inmiddels is de groep toegenomen tot zo’n 25 dieren die verwilderd zijn. Zij horen niet in het gebied thuis en eten het zeldzame blauwgrasland op, een plantensoort die we hier juist graag verder willen ontwikkelen. Ook wordt de groep zo groot dat de verwachting is dat ze zich buiten het gebied gaan begeven, daarbij wegen oversteken en zo voor verkeersonveiligheid zorgen. De provincie en Natuurmonumenten willen de populatie daarom tot nul terug te brengen. Dat voorkomt in de toekomst meer dierenleed.
Beheerseizoen: tussen 1 september en 31 maart. Daarbuiten is afschot mogelijk ter voorkoming van schade en risico’s en ter voorkoming van onnodig lijden.
Ganzen
Beheer: de Faunabeheereenheid Zuid-Holland en de provincie Zuid-Holland hebben afspraken gemaakt over het ganzenbeleid. Hierbij wordt een evenwicht gevonden tussen de aanwezige aantallen ganzen in de provincie en de schade die zij aan natuur, recreatiegebieden en landbouwgewassen toebrengen.
Beheerseizoen: tussen 1 maart en 1 november mag door jagers op ganzen worden gejaagd. In het zuidelijke deel van de provincie mag dit tussen 15 februari en 1 november.
Meer informatie: www.zuid-holland.nl/ganzen.
Gerelateerde soorten:
◾Canadese gans: Canadese ganzen broeden van nature in Noord-Amerika. De Canadese gans kwam tot de jaren 90 nauwelijks in Zuid-Holland voor, maar is daarna sterk toegenomen. De Canadese gans valt onder soorten die landelijk bestreden worden (zie kopje ‘soorten met landelijke vrijstelling’).
◾Nijlgans: de nijlgans is eigenlijk geen gans, maar een eend. Zie kopje ‘Wilde eenden’.
Zwanen
Beheer: Voor de knobbelzwaan geldt in Zuid-Holland een ontheffing om schade te mogen bestrijden. In het geval van zwanen is het beleid gericht op het verjagen van de dieren. Pas als dit onvoldoende effect heeft mogen, onder strikte voorwaarden, een of meer dieren per locatie geschoten worden.
Beheerseizoen: 1 oktober t/m 31 mei.
Meer informatie: www.zuid-holland.nl/zwanen.
Wilde eenden (smient, rosse stekelstaart, nijlgans)
Verspreiding in Zuid-Holland: De wilde eend neemt in Zuid-Holland al 20 jaar in aantal af. Er komen te weinig kuikens groot. De oorzaken kunnen vermindering van het aanbod van insecten zijn en toegenomen predatie
Beheer. In de Krimpenerwaard en Delfland is de wilde eend veel aanwezig. De schade aan landbouwgewassen betreft vooral rijpend graan. De wilde eend valt onder de landelijk bejaagbare wildsoorten (zie ‘bejaagbare wildsoorten’).
Beheerseizoen: vanaf 15 augustus tot en met 31 januari.
Gerelateerde soorten:
◾Smient (eend): Smienten eten vooral gras. Bij hoge concentraties van smienten kan er schade ontstaan aan landbouwgewassen, met name aan grasland direct grenzend aan open water. In Nederland overwinteren veel smienten die broeden in Scandinavië en Rusland. De meeste smienten zitten in graslandgebieden met veel water, zoals de Krimpenerwaard en bij de Reeuwijkse Plassen. Beheerseizoen: tussen 1 oktober en 31 maart.
Beheer: voor de smient geldt in Zuid-Holland een vrijstelling om schade te mogen bestrijden. In het geval van de smient is het beleid gericht op het verjagen van de dieren. Pas als dit onvoldoende effect heeft mogen, onder strikte voorwaarden, een of meer dieren per locatie geschoten worden om daarmee de overige smienten te verjagen.
Meer informatie: www.zuid-holland.nl/smienten.
◾Rosse stekelstaart (eend): de rosse stekelstaart is een invasieve exoot en een bedreiging voor de zeldzame witkopeend. De rosse stekelstaart valt onder de invasieve exoten, die landelijk bestreden worden (zie kopje 'invasieve exoten').
◾Nijlgans (eend): de nijlgans is geen gans, maar een eend die verwant is aan de bergeend. De nijlgans komt oorspronkelijk uit Afrika, ten zuiden van de Sahara. De introductie naar Nederland heeft plaatsgevonden doordat de nijlgans is ingevoerd als siervogel in parken en van daaruit ontsnapt waardoor vestigingen in de natuur zijn ontstaan. De nijlgans valt onder soorten die landelijk bestreden worden (zie ‘soorten met landelijke vrijstelling’).
Reeën
Verspreiding in Zuid-Holland: de reeën vestigden zich in de jaren vijftig in het uiterste oosten van Zuid-Holland, namelijk in de Vijfheerenlanden. Door loslaten ontstonden er in de jaren zestig populaties in de duinen. De uitbreiding van het leefgebied gaat langzaam. In grote delen van het Groene Hart zijn nog geen reeën.
Beheer: reeën zijn knabbelaars die kieskeurig foerageren op smakelijke en voedselrijke hapjes zoals kruiden en knoppen en jonge twijgen van bomen en struiken. Reeën vormen een risico voor de verkeersveiligheid. Bij hoge dichtheden belemmeren ze bosverjonging.
Beheerseizoen: het gehele jaar, maar het merendeel van de bokken wordt geschoten in de periode tussen 1 april en 31 augustus. Bij de geiten is die periode van 1 december tot 29 februari.
Bevers
Verspreiding in Zuid-Holland: bevers zijn sinds 1988 terug in Nederland. De terugkeer van de bever is een succes van het natuurbeheer.
Beheer: de aanwezigheid in een gebied is gemakkelijk te zien door sporen, zoals omgeknaagde bomen. De voorspoedige toename heeft een keerzijde: bevers kunnen ook schade veroorzaken aan landbouwgewassen, bomen en dijken. Door graverij aan waterkeringen kunnen onaanvaardbare risico’s voor een dijkdoorbraak ontstaan. Bij een verdergaande groei en verspreiding van de populatie zal in de toekomst enige vorm van beheer noodzakelijk worden.
Invasieve exoten
Exoten zijn soorten die niet op eigen kracht, maar door menselijk handelen in Nederland terecht zijn gekomen. Dat kan per ongeluk gebeuren of opzettelijk. Een klein deel van de exoten voelt zich prima thuis in zijn nieuwe omgeving. Deze soorten kunnen zich permanent vestigen in onze natuur en zich snel vermeerderen. Dan spreken we van invasieve exoten.
Deze invasieve soorten exoten zijn door de Europese Unie op de ‘Unielijst’ geplaatst omdat ze in delen van de EU schade toebrengen (of dat in de toekomst waarschijnlijk zullen gaan doen) aan de biodiversiteit en/of ecosysteemdiensten, of omdat ze een negatieve invloed hebben op de menselijke gezondheid, veiligheid of de economie. Lidstaten hebben de plicht om in de natuur aanwezige populaties op te sporen en te verwijderen. En als dat niet lukt, om de populatie zodanig te beheren dat verspreiding en schade zoveel mogelijk wordt voorkomen. Ook mogen lidstaten onder meer geen handel drijven in een soort die op de Unielijst staat.
Vogels die als invasieve exoot zijn aangewezen, zijn: rosse stekelstaart (eend), huiskraai, nijlgans en heilige ibis. Zoogdieren die als invasieve exoot zijn aangewezen zijn: muskusrat, Pallas’ eekhoorn, muntjak en wasbeer. Daarnaast zijn door de Europese Unie nog een reeks aan plant- en diersoorten aangewezen als invasieve exoot. Deze soorten mogen ter voorkoming van schade gedurende het hele jaar bestreden worden.
Soorten met landelijke vrijstelling
6 soorten zijn landelijk vrijgesteld om bejaagd te worden, omdat ze in het hele land veelvuldig schade aan landbouwgewassen en kwetsbare fauna veroorzaken. Dit is bij wet zo geregeld; de provincie heeft geen bevoegdheden op dit gebied. De landelijke vrijstelling betreft de volgende soorten:
- vos
- zwarte kraai
- kauw
- houtduif
- konijn
- Canadese gans.
Van deze soorten kan alleen de Canadese gans ter voorkoming van schade gedurende het hele jaar worden bestreden. Het konijn kan alleen in specifieke situaties, bijvoorbeeld op industrieterreinen, begraafplaatsen en sportvelden, worden bestreden. Voor de overige soorten is er geen faunabeheerplan. Dit betekent dat die soorten binnen Zuid-Holland niet bestreden kunnen worden op basis van de landelijke vrijstelling.
Bejaagbare wildsoorten
In Nederland zijn er 5 wildsoorten waarop conform de Wet natuurbescherming landelijk gejaagd mogen worden:
◾haas (beheerseizoen 15 oktober tot en met 31 december)
◾fazant (beheerseizoen hen: 15 oktober tot en met 31 december; beheerseizoen haan: 15 oktober tot en met 31 januari)
◾wilde eend
◾houtduif. Dit is bij wet zo geregeld; de provincie heeft geen bevoegdheden op dit gebied.
De jachthouder heeft een wettelijke inspanningsverplichting om een redelijke wildstand in het jachtveld te handhaven of te bereiken. De inspanningsverplichting houdt in dat de jachthouder overmatige benutting moet voorkomen, rekening houdt (waar relevant) met een goede leeftijdsopbouw van de wildpopulaties in zijn veld en, in overleg met de grondgebruiker, zo nodig biotoop-verbeterende maatregelen neemt. De maatregelen om het leefgebied van de soort te verbeteren kunnen bestaan uit het bieden van dekking, voedsel, rust en broedgelegenheid en het verkleinen van het risico op predatie.
Contact
Voor meer informatie over faunabeheerplannen en voor het gebruikmaken van een ontheffing of vrijstelling kunt u terecht bij de Faunabeheereenheid Zuid-Holland.