Boeren die vraatschade door zwanen ondervinden kunnen van 1 oktober tot en met 31 mei contact opnemen met jagers aangesloten bij de wildbeheereenheid, die onder voorwaarden maatregelen kunnen nemen.
Zwanen zijn groot en niet erg wendbaar. Dat betekent dat de aanwezigheid van knobbelzwanen in de omgeving van vliegtuigen een potentieel risico op een aanvaring met zich meebrengt. Als een vliegtuig of helikopter in aanraking komt met een knobbelzwaan, kan dit betekenen dat het toestel een noodlanding moet maken.
Nee. Het verschil tussen de knobbelzwaan en de kleine zwaan is in bepaalde omstandigheden niet eenvoudig te zien voor de leek, maar deskundigen zien het verschil zeker wel. Een jager zal zich hiervan moeten vergewissen alvorens hij schiet. De jager zal altijd eerst moeten beoordelen of er sprake is van een groep van 15 of meer zwanen. Op dat moment kan hij ook goed beoordelen om welke soort zwanen het gaat. Er is ook nog nooit een melding geweest in Zuid-Holland dat een verkeerde zwaan zou zijn gedood.
Op 12-10-2019 heeft de voorzieningenrechter in een kort geding geoordeeld dat de provincie in haar aanpak onvoldoende rekening houdt met de kans op verstoring van de kleine zwaan. Het verjagen en doden van knobbelzwanen wordt nu voorlopig opgeschort, totdat de rechter definitief uitspraak heeft gedaan in de bodemprocedure.
Voor de knobbelzwaan geldt in Zuid-Holland een vrijstelling om schade te mogen bestrijden. In het geval van zwanen is het beleid gericht op het verjagen van de dieren. Pas als dit onvoldoende effect heeft mogen, onder strikte voorwaarden tussen 1 oktober en 31 mei, een of meer dieren per locatie geschoten worden. Ook mogen eieren van de knobbelzwaan worden bewerkt.
Op 12-10-2019 heeft de voorzieningenrechter in een kort geding beslist dat de bestrijding van knobbelzwanen voorlopig is opgeschort. De provincie wacht nu de definitieve uitspraak van de rechter in de bodemprocedure af. In de tussentijd worden er geen zwanen gedood.
Jagers mogen alleen slag- of steekwapens gebruiken als een gewonde zwaan uit veiligheidsomstandigheden (bijvoorbeeld vanwege omstanders) niet met een tweede schot gedood kan worden. Wettelijk is verplicht dat een gewond dier zo snel mogelijk uit zijn lijden verlost moet worden, om onnodig lijden te voorkomen. Om dit zo goed mogelijk te waarborgen worden jagers in Zuid-Holland goed opgeleid en doorlopend bijgeschoold.
Op 12-10-2019 heeft de voorzieningenrechter in een kort geding beslist dat de bestrijding van knobbelzwanen voorlopig is opgeschort. De provincie wacht nu de definitieve uitspraak van de rechter in de bodemprocedure af. In de tussentijd worden er geen zwanen gedood.
De honden en roofvogels worden ingezet om zwanen te verjagen, niet om ze te vangen. Het formaat maakt dan ook niet zozeer uit, het effect wordt bereikt door het gedrag van de dieren: blaffen, rennen, of in geval van een roofvogel een duikvlucht. De jager of valkenier ziet erop toe dat de inzet effectief is en dat geen onnodig dierenleed wordt veroorzaakt. Een goed opgeleide jachthond kan ook worden ingezet om een geschoten knobbelzwaan bij de jager te brengen.
Knobbelzwanen veroorzaken op agrarische bedrijven met name schade aan gras. Deze schade wordt getaxeerd als boeren de schade aanmelden en verzoeken om een tegemoetkoming. De getaxeerde schade fluctueert per jaar. Sinds de knobbelzwanen niet meer verjaagd mogen worden zien we de schade toenemen tot een bedrag van meer dan €600.000 per jaar. Per bedrijf kan de schade oplopen tot enkele duizenden euro’s (zie voor meer informatie: https://monitorfaunaschade.bij12.nl/). Naast deze schade vormen knobbelzwanen soms een risico voor de openbare veiligheid.
Staat je vraag er niet bij? Neem dan contact op met ons op via zuidholland@pzh.nl.
Ja, ook andere provincies kampen met deze problematiek. Een groot deel van de Nederlandse knobbelzwanen bevindt zich echter wel in Zuid-Holland, zodat de problematiek in Zuid-Holland relatief groot is. In andere provincies zijn er vaak minder knobbelzwanen of is er minder water, weiland of moeras.
De schade door knobbelzwanen komt in aanmerking voor een tegemoetkoming. Maar dan moet de agrarische ondernemer wel het nodige hebben gedaan om schade te voorkomen. Indien preventieve maatregelen niet helpen, hoort daar ook het inschakelen van een jager bij.