Tussen Bodegraven, Reeuwijk, Boskoop en Gouda ligt de Polder Middelburg en Tempelpolder (MT-polder). De polder heeft een landbouwfunctie. Door bodemdaling neemt de kwel en het opbarsten van de bodem toe. Op termijn heeft dit invloed op de landbouwfunctie. Het hoogheemraadschap van Rijnland, de provincie Zuid-Holland, de gemeenten Alphen aan den Rijn en Bodegraven-Reeuwijk voeren samen een onderzoek uit naar de bodemdaling en opbarsting in de polder.
Bodemdaling, kwel en opbarsting
De bodem in de MT-polder zakt en het waterpeil wordt daar tot op heden op aangepast. Zowel bodemdaling als kwel worden beïnvloed door het peilbeheer. Bij een lager waterpeil wordt het risico op kwel groter en bij meer kwel in de MT-polder wordt het water zouter. Wanneer het waterpeil té laag wordt kan de (sloot)bodem opbarsten en ontstaat er een wel, een plaats waar water uit de grond komt. Opbarsting kan er ook toe leiden dat de waterafvoer wordt gehinderd door omhoogkomende grond. Door de opbarsting kunnen delen van het land te weinig draagkracht hebben om nog gebruikt te worden voor bijvoorbeeld landbouw.
Toekomstverkenning MT-polder
In een toekomstverkenning is het effect van bodemdaling en zoute kwel onderzocht. Het zoutgehalte in de polder neemt toe wanneer brak water uit de ondergrond in de sloten komt. Via het poldergemaal komt dit in de boezem vanwaar het water weer wordt ingelaten naar andere polders waaronder het sierteeltgebied in de Gouwepolder. In de toekomstverkenning is gekeken naar het effect op de sierteelt in de Gouwepolder, omdat werd verwacht dat dit het grootste probleem voor de regio zou zijn. Uit de toekomstverkenning bleek echter dat de maatschappelijke kosten-baten verhouding niet slechter wordt door meer zoute kwel. De afname van de baten in de sierteeltsector is beperkt ten opzichte van de baten van de landbouw in de MT-polder. Uit de verkenning kwam naar voren dat de grootste uitdagingen de opbarsting en welvorming in de MT-polder zelf zijn.
Onderzoek door Deltares
De problematiek van opbarsting wordt nu nader onderzocht. De 4 overheden hebben daarvoor kennisinstituut Deltares, expert op het gebied van water en ondergrond, een opdracht gegeven. Het onderzoek moet antwoord geven op de vraag op welke plekken, wanneer en in welke mate het probleem van opbarsten op zal treden. Deltares voert in de winter 2017/2018 een veldonderzoek uit. Ook maakt zij modelberekeningen. Informatie van grondeigenaren en grondgebruikers is voor dit onderzoek van groot belang. Kijk ook op de website Hoogheemraadschap van Rijnland.
Hoe gaat het verder?
In het voorjaar van 2018 rondt Deltares het onderzoek af. Dan is er een beeld van de mate waarin opbarsting een knelpunt voor het landgebruik kan opleveren. Aan de hand van deze informatie gaan Rijnland, de provincie en de gemeenten met u in gesprek.
Heeft u informatie die ons kan helpen? Heeft u een vraag?
Heeft u ervaring met opbarsting en wellen of ideeën en suggesties voor het onderzoek? Wilt u meer informatie over het onderzoek? Of heeft u een andere vraag? Stuur dan een mail naar wgpreeuwijk@rijnland.net.