Gladheidsbestrijding
Zodra er kans is op gladheid op onze provinciale wegen gaan we strooien. Zo houden we de wegen veilig en de provincie bereikbaar. Hiervoor hebben we in de winter altijd voldoende strooizout.
Wanneer strooien we?
Gladheid kan ontstaan door opvriezen van water, door ijzel of door sneeuw. Soms strooien we voordat het slecht weer wordt; andere keren doen we het vooral als er al gladheid is. We proberen zoveel mogelijk buiten de spits te strooien. Onze gladheidscoördinatoren bepalen wanneer we strooien. Zij maken daarbij gebruik van drie soorten informatie. Als eerste zijn er gladheidsmeldsystemen. Deze bestaan uit sensoren in en langs het wegdek die realtime informatie over de lokale situatie van het wegdek aanleveren. Daarnaast zijn er meetstations langs onze wegen. De stations geven informatie over onder andere de luchtvochtigheid, de wegdek- en buitentemperatuur en de staat van het wegdek. Tot slot krijgen de coördinatoren advies van een weerbureau over de weersverwachting voor de komende dagen.
Waar strooien we?
We strooien in de hele provincie over:
- 530 km provinciale wegen, inclusief de bushaltes.
- 370 km fietspaden;
- 140 km parallelwegen;
- 40 km busbanen.
Waarmee strooien we
We gebruiken strooizout; dit is op dit moment het enige beschikbare middel tegen gladheid. Het bestaat uit een combinatie van nat en droog zout. Deze combinatie laat zich zorgvuldig over het wegdek verspreiden en de sneeuw sneller dooien. Droogzout kan bestaan uit vacuümzout, steenzout of zeezout. Nat zout, of pekelwater, maken we zelf of krijgen we van een leverancier. Op provinciale steunpunten in Katwijk, Waddinxveen en Gorinchem hebben wij een oplosinstallatie en maken wij zelf de pekel. Bij steunpunten in Delfgauw, Leiden en Numansdorp hebben wij een menginstallatie, waar we aangeleverd pekelwater verdunnen met water voor een goede dooiwerking.
Hoe strooien we?
Voor een strooiactie zetten we 26 grote en 24 kleine strooiwagens in. De wagens strooien via een geautomatiseerd systeem: ze volgen een vaste route (via GPS) die vooraf volledig in kaart is gebracht. Zo is de situatie op de wegen goed bekend en kunnen we bijvoorbeeld kleine strooiwagens op smallere plekken inzetten. Bij ernstige sneeuwval kunnen we extra personeel en materieel inzetten om bijvoorbeeld grote verkeerspleinen en kruispunten sneeuwvrij te maken of te houden. Hierbij zetten we bijvoorbeeld tractoren met rolbezems in en vullen we de strooiwagens aan met ploegen om de sneeuw van de weg af te schuiven. Ook hebben wij het strooiproces jaren geleden volledig geautomatiseerd. Hierdoor kan de chauffeur zijn/haar volle aandacht bij het verkeer houden en kunnen we zo optimaal mogelijk met het zout omgegaan. Door de automatisering garanderen we de veiligheid van de weggebruiker zoveel mogelijk en belasten we het milieu minder.
Hoe veel zout strooien we?
De hoeveelheden zout die wij in een winter gebruiken zijn afhankelijk van de weersomstandigheden. In de afgelopen winters hebben we de volgende hoeveelheden droog zout gebruikt:
- 2019/2020: 860 ton;
- 2020/2021: 4460 ton;
- 2021/2022: 1300 ton.
Op alle steunpunten is er zout voor enkele dagen strooien aanwezig. Verder hebben we een leveringscontract en wordt er binnen 24 of 48 uur nieuw zout geleverd als dat nodig is.
