
Waterbeleid in de provincie
Zuid-Holland bestaat voor een zesde deel uit water. Onze provincie is door de eeuwen heen gevormd door het samenspel tussen land en water – van de rivierendelta en polders tot de kust en veenweidegebieden. Dankzij goed waterbeheer hebben we welvaart en groei kunnen realiseren. Maar nu staan we voor nieuwe uitdagingen: klimaatverandering, bodemdaling, beschikbaarheid van (zoet) water en druk op onze waterkwaliteit vragen om een toekomstgerichte aanpak.
Ons doel is een watersysteem dat beter bestand is tegen droogte en extreme regen. Zo kunnen we schommelingen in de hoeveelheid rivierwater en de wisselde weersomstandigheden beter opvangen. Daarnaast is ons doel om het Zuid-Hollandse water schoner te krijgen en ervoor te zorgen dat er ook in de toekomst voldoende zoet water beschikbaar blijft. Dit kunnen we als provincie niet alleen.
Water, klimaat, natuur en landbouw zijn sterk met elkaar verbonden, een goede samenwerking tussen partijen is hierin dan ook essentieel.
Om dit te realiseren werkt de provincie samen met waterschappen, gemeenten, het Rijk en verschillende economische sectoren.
Schoon water

Onze waterkwaliteit staat onder druk. Daarom neemt de provincie Zuid-Holland maatregelen, zoals de Kaderrichtlijn Water (KRW) en de bestrijding van invasieve soorten, om schoon water te waarborgen.
Voldoende water

De provincie Zuid-Holland zet zich in voor een toekomst waarin we beter kunnen omgaan met perioden van droogte. Dit raakt onze zoet water beschikbaarheid. Grote uitdagingen, zoals bevolkingsgroei en het veranderende klimaat, blijven complex en vragen om blijvende samenwerking.
Waterveiligheid

Onze provincie heeft veel water, zoals rivieren, sloten en de zee. Regenwater stroomt naar de rivieren en uiteindelijk naar de Noordzee. Door klimaatverandering krijgen we vaker te maken met hevige regenbuien én een stijgende zeespiegel.
Water en bodem sturend

Het klimaat verandert en de druk op de ruimte in onze provincie neemt toe. Waar we vroeger water en bodem naar onze hand konden zetten door bijvoorbeeld dijken aan te leggen of gebieden droog te leggen, moeten we nu accepteren dat de natuur zijn grenzen stelt. Bij onze ruimtelijke inrichting moeten we rekening houden met te weinig of juist teveel water en slappe bodems.