Beslissing op bezwaar AVR Afvalverwerking BV tegen last onder dwangsom voor dioxines
Gedeputeerde Staten hebben de bezwaren van AVR Afvalverwerking B.V. (hierna: AVR) te Rotterdam tegen het opleggen van een last onder dwangsom ongegrond verklaard. Aan AVR is op 6 december 2022 een last onder dwangsom opgelegd, omdat voorschrift B4.1.3 van de omgevingsvergunning van AVR van 21 oktober 2004 is overtreden. Uit het periodieke emissieonderzoek van 2 en 3 november 2022 volgt dat de emissie van PCDD/F1-lowerbound (dioxines) 205 maal zo hoog was als toegestaan op grond van het vergunningvoorschrift. AVR heeft tegen het besluit van 6 december 2022 bezwaar gemaakt. De bezwarencommissie heeft geadviseerd de bezwaren gegrond te verklaren en de besluiten te herroepen. Gedeputeerde Staten hebben het advies van de bezwarencommissie niet overgenomen en hebben de besluiten in stand gelaten om te voorkomen dat overtreding opnieuw plaats kan vinden.