Beslissing op bezwaar van BP Raffinaderij Rotterdam BV van 9 april 2021 inzake het opleggen van een vijftal dwangsommen
Gedeputeerde Staten hebben de bezwaren van BP Raffinaderij Rotterdam B.V. (hierna: BP) te Rotterdam tegen het opleggen van lasten onder dwangsom ongegrond verklaard. Aan BP zijn op 1 maart 2021 een vijftal lasten onder dwangsom opgelegd wegens overtreding van bepalingen van het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 en de op 1 juni 2016 verleende revisievergunning. Van BP werd onder meer geëist dat zij alle aanwezige koel- en blussystemen inspecteert en aantoont dat de systemen voldoende integer, bedrijfszeker en functioneel zijn. Het bedrijf heeft slechts bezwaren aangedragen tegen de lasten 1 en 5. De bezwarencommissie heeft geadviseerd de lasten onder dwangsom te handhaven, en daarbij, vanwege de kennelijke verschrijving, de grondslag van last 5 te wijzigen van voorschrift 3.3.2 in voorschrift 3.2.2. Gedeputeerde Staten hebben dit advies gevolgd.