Waar gaat het om?
Zuid-Holland onderscheidt zich door een combinatie van onder andere kust-, veenweide- en rivierdeltalandschap. Een typisch Hollands landschap
met koeien in de wei en met belangrijke leefgebieden voor plant- en diersoorten. Maar ook een landschap met enkele bijzondere natuurgebieden.
Het is ook een vruchtbaar landschap met een internationaal sterk economische landbouwsector. Iets waar we trots op zijn. Een landschap waar honderden jaren door de mens met kennis, ervaring en kunde en met hart en ziel aan gewerkt is. Met het belang van en de liefde en zorg voor de flora en fauna als leidraad.
Ons landschap en de biodiversiteit staan onder toenemende druk door het groeiend aantal inwoners, economische ontwikkeling, klimaatverandering
en stikstofuitstoot van landbouw, verkeer, luchtvaart en industrie. De landbouwsector -op veel plaatsen drager van het landschap heeft te kampen met hoge emissies als onder andere ammoniak (NH3). Maar ook met bodemdaling, verdroging en vernatting. Daarnaast zijn er problemen met verdienvermogen en erfopvolging. Ook de industrie en het wegverkeer kampen met een te hoge stikstofemissie (NOx). Er is behoefte aan meer balans tussen ecologie en de economie: natuurherstel en verbetering van onze waterkwaliteit. En toekomstperspectief voor natuur en landbouw.
Waar zetten we op in?
Natuur maakt het leven gezonder, mooier en is belangrijk voor de leefbaarheid van onze provincie. We werken daarom aan een gezond en sterk water-, bodem-, en ecologisch systeem, samen met direct betrokkenen en gebiedsdeskundigen. We beschermen natuurgebieden beter door de doelen uit de Vogel en Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water en de Klimaatwet uit te voeren. Het Rijk heeft water en bodem leidende principes gemaakt en dat nemen we over. We gaan emissies reduceren, als NOx en NH3, en andere factoren die drukken op de natuur aanpakken.
De aanpak van deze opgaven combineren we zoveel mogelijk met de ontwikkeling richting een volhoudbare landbouw die bijdraagt aan beheer en behoud van onze karakteristieke landschappen en polders. We helpen ondernemers daarbij.
Wat gaan we daarvoor concreet doen?
Gezonde natuur, bodem en watersysteem
Natuur
- We maken het Natuur Netwerk Nederland (NNN) uiterlijk in 2027 af en houden het vervolgens in stand, conform de afspraken met het Rijk. Daartoe richten we nog circa 3.200 hectare natuur en nog circa 100 km ecologische verbinding in1. Circa 2.000 hectare daarvan is nu beschikbaar, deze hectares worden de komende jaren ingericht. Het resterende deel komt beschikbaar via afspraken met de grondeigenaar of via aankoop.
- Om onze natuurdoelen te halen werken we samen met terreinbeherende organisaties, waterschappen, natuurorganisaties, inwoners en ondernemers uit sectoren als land- en tuinbouw, bouw, industrie, energie en mobiliteit. We helpen ondernemers en sectoren natuurinclusief te werken, hun emissies te verlagen en hun bedrijven
te verduurzamen. Het gaat daarbij naast natuurherstel en emissiereductie ook om de realisatie van de doelen op het terrein van waterkwaliteit en klimaat. Dit vraagt om samenhangende, gebiedsgerichte sturing en om gebiedsprocessen met andere bestuurlijke partners. Ook koppelen we het behalen van de natuurdoelen en het verlagen van emissies aan nieuwe verdienmodellen voor ondernemers uit deze sectoren. Bijvoorbeeld via activiteiten als natuurbeheer of via inkomsten uit toerisme of zorgactiviteiten. - De maatschappelijke kosten van bodemdaling zijn groot. Wij willen samen met alle belanghebbende partners deze kosten beperken. We maken de gevolgen van bodemdaling inzichtelijk en bespreekbaar en stellen handelingsperspectieven op voor een vitale en (be)leefbare toekomst van de gebieden en mensen die het aangaat. Bij alle
werkzaamheden, ruimtelijke ontwikkelingen en keuzes wordt expliciet rekening gehouden met de bodemdalingsgevoeligheid. - Zuid-Holland herbergt boerenlandvogels zoals de grutto, kievit, veldleeuwerik en patrijs. Helaas gaat het hier niet goed mee. We willen dit tij keren en richten onze inspanningen op het verbeteren van de leefomgeving van akker- en weidevogels.
- Het herstel van onze natuur, het terugbrengen van broeikasgassen en de verduurzaming van de landbouw en industrie vragen om betrokkenheid en inbreng van veel partijen. Alleen door samen te werken kunnen we de complexe opgaven en doelen realiseren. Het is belangrijk dat mensen en bedrijven begrijpen hoe ze hierin kunnen deelnemen en weten wat er van hen verwacht wordt. We maken werk van heldere en begrijpelijke communicatie naast het vormgeven van het participatieproces. Dit doen we samen met de direct betrokkenen.
- Natuurinclusief beleid is goed voor de natuur maar kent ook andere voordelen, zoals kostenbesparing, schone lucht, minder hittestress en schoon water. Bouwen gaat over mens en gebouw in relatie tot de natuurlijke omgeving en hoe die versterkt kan worden. Het weghalen van tegels uit tuinen zorgt bijvoorbeeld voor een verbetering van de biodiversiteit. We bevorderen natuurinclusief werken en bouwen en benutten meekoppelkansen in andere opgaven, zoals bij bodemdaling, recreatie en beheer & onderhoud van wegen.
- Zuid-Holland is trots op haar natuurparken zoals het Nationaal Park Hollandse Duinen. Op maar weinig plekken ter wereld vind je zoveel diversiteit aan natuur zo dicht bij elkaar als in Zuid-Holland. Deze parken dragen bij aan een betere biodiversiteit en zijn belangrijk voor de recreatie. Wij maken beleid gericht op een integrale versterking van deze parken.
Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG)
- Wij vinden het belangrijk dat naast boeren, natuurorganisaties en overheden ook onze inwoners betrokken zijn bij de inrichting van onze provincie.
- We zijn gebiedspartner en gebiedsautoriteit. Als gebiedspartner werken we nauw samen met andere gebiedspartners. We zijn richting onze partners transparant over onze rol, taken en verantwoordelijkheden en inzet van bevoegdheden. Wij zetten onze instrumenten in voor het algemeen belang van het Zuid- Hollands landelijk gebied en voor belangen van gebiedspartners om bij te dragen aan oplossingen voor de gebieden. We stellen ons in deze grootschalige transitie op als leider en maken waar nodig keuzes voor een vitaal landelijk gebied. Via het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG) worden de doelen op het gebied van natuurherstel, water, klimaat en stikstof als uitgangspunt genomen. Bij dit toekomstperspectief hoort ook een verdienvermogen voor de landbouw op lange termijn. Eventueel ondersteund door alternatieve inkomsten zoals agrotoerisme of beheer van landelijk gebied.
- Er is een opgave voor het realiseren van extra bos in Zuid-Holland. Deze opgave zal ook binnen het ZH-PLG worden opgepakt binnen de reeds begrensde NNN-gebieden, in samenhang met andere gebiedsopgaven.
Water
- De maatregelen uit de Kaderrichtlijn Water zijn een extra opgave voor de ambities op het gebied van natuur en klimaat en de daarvoor nodige transitie van de landbouw, verkeer, steden, industrie en vliegverkeer. Verdergaande inspanning is nodig om de kwaliteit van onze watersystemen te verbeteren. Voor onze gezondheid, onze ecosystemen en om een volgende vergunningstop te voorkomen. Met het Rijk, waterschappen en stakeholders maken we nadere afspraken over het terugdringen van schadelijke stoffen en andere extra te nemen maatregelen om de doelen te realiseren.
- In onze planvorming houden we rekening met ruimte voor waterwingebieden en nieuwe natuur. We nemen deze ontwikkeling mee in het traject van de Ruimtelijke Puzzel in samenwerking met
waterschappen, Rijkswaterstaat, gemeenten en betrokken deskundigen. - We zetten ons in om voldoende waterkwantiteit, waterbuffering, zoet water en drinkwater te borgen.
Waterveiligheid en klimaatadaptatie
- We zien weerextremen toenemen. Ook in Zuid-Holland hebben wij last van wateroverlast op het ene moment en droogte op het andere moment. Wij werken toe naar een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting en watermanagement van onze leefomgeving. We sluiten aan bij de Europese en nationale ontwikkelingen op het terrein van klimaatadaptatie en actualiseren in de komende collegeperiode het Provinciale Uitvoeringsagenda Klimaatadaptatie.
Faunabeheer
- Binnen het faunabeheer streven wij naar een gezond evenwicht in populaties en wegen we zorgvuldig de belangen van natuur en samenleving af. Waar nodig treffen we maatregelen, zowel ten behoeve van biodiversiteit, openbare veiligheid en volksgezondheid als ook beperking van (landbouw)schade.
- Een evenwichtig predatiebeleid vereist gedegen en zorgvuldige faunabeheerplannen, opgesteld door de Fauna Beheer Eenheid (FBE), op basis waarvan predatoren beheerd worden. Ook de boeren zullen een blijvende inspanning leveren met betrekking tot maaien, bemesting, akkerranden, bosjes en wallen.
- We investeren in wildopvang. Daarnaast willen we dat de FBE beter gaat functioneren en gaan hierover het gesprek met hen aan.
Duurzame, toekomstbestendige landbouw
Landbouw en bodem
- We helpen boeren en andere ondernemers hun bedrijf te verduurzamen en houden rekening met diegene die hun bedrijf al verduurzaamd hebben. Wij zetten hiervoor meerdere instrumenten in
gericht op kennisontwikkeling en -deling, innovaties en ruimtelijke ontwikkeling. We blijven goede initiatieven op systeeminnovaties ondersteunen zoals: Rotterdam de boer op, voedselfamilies, voedselbossen, strokenteelt en de korte keten aanpak. - Voor de verduurzamingsopgave van de land- en tuinbouw is geen standaardaanpak voorhanden. Het realiseren van de doelen vraagt om maatwerk, per gebied en ondernemer. De ondernemers in landbouw weten welke aanpak en maatregelen het beste bij hun bedrijf passen. Het is in eerste instantie aan een gebied om te bepalen welke maatregelen zij nemen om de doelen te bereiken. Daar zit de creativiteit, de innovatiekracht en de energie om tot oplossingen te komen die ook op draagvlak kunnen rekenen.
- Er blijft voldoende ruimte in onze provincie voorhanden als waarborging voor de land- en tuinbouw als economische sector en de voedselzekerheid. Dat is een land- en tuinbouw met minder schadelijke uitstoot naar bodem, lucht en water. Een landbouw die sterker verweven is met natuur en met aandacht voor dierenwelzijn. En een internationaal concurrerende land- en tuinbouw, waar boeren een gezond verdienmodel hebben.
- Vruchtbare landbouwgronden behouden we zoveel als mogelijk en beschermen we indien nodig beter.
- Omdat het belangrijk is om jongeren perspectief te bieden in de landbouw, verwelkomen en ondersteunen we initiatieven om het agrarisch onderwijs te moderniseren en meer te richten op een volhoudbare landbouw, bijv. door de realisatie van de agri-campus.
- We werken samen met gemeenten om leegstaande agrarische gebouwen te herbestemmen, bijvoorbeeld door wonen, het onderbrengen van voorzieningen of recreatie. Hiermee voorkomen we dat dit soort gebouwen vervallen of ten prooi vallen aan ondermijnende activiteiten.
Stikstof: innovatie en instrumentarium
- Wij gaan de emissies door landbouw, industrie en andere sectoren verlagen. Minder emissies zorgen mede voor natuurherstel en creëren ruimte voor vergunningverlening. Innovaties bieden grote mogelijkheden om de stikstofuitstoot te verminderen. Wij ondersteunen innovaties, zeker in gebieden waar de uitstoot van stikstof een grote opgave is. Vanwege de onzekerheid en effectiviteit van innovaties monitoren wij continu in de praktijk het effect van gekozen innovaties op de realisatie van de doelen en de grootte van de
veestapel. Hierdoor creëren we de mogelijkheid om juridisch houdbare vergunningen te verstrekken en de uitstoot te verlagen. De inzet van innovatie maakt onderdeel uit van een breder handelingskader dat integraal en gebiedsgericht is. - Naast innovaties zetten we tegelijkertijd ook andere maatregelen in afhankelijk van de opgaven die bij een bedrijf en de directe omgeving spelen. Dat zijn mogelijke maatregelen als ander voer en weidegang extensiveren (minder vee per hectare of hetzelfde aantal vee op meer hectare), diversificatie, bedrijfsomschakeling, verplaatsen en
stoppen. - Wij helpen boeren die vrijwillig willen stoppen en onderzoeken of vrijwillige ‘stoppers’ in aanmerking komen voor een goede financiële vergoeding vanuit het landelijk Transitiefonds Landelijk Gebied en Natuur.
- Ook andere sectoren, zoals het haven-industrieel complex en binnenvaart, dragen bij aan de vermindering van de stikstofuitstoot.
- In samenwerking met het Rijk werken we op korte termijn aan een oplossing voor de PAS-melders en interimmers in onze provincie.
- De doelen voor natuurherstel zijn voor ons leidend. In de aanpak is een gezamenlijke gebiedsgerichte insteek de basis. Daarvoor komen er
gebiedsplannen met een uitvoerings- en inpassingsplan waarmee we de doelen willen halen. De Natuur doel analyses (NDA) en de ecologische autoriteit zijn hierbij richtinggevend en niet leidend. Het eerste kwartaal 2024 wordt bekeken of de gebiedsplannen en uitvoeringsplannen voldoende en concreet genoeg zijn om de
tussendoelen te halen. Er zal geen goedkeuring worden gegeven aan plannen die niet voldoen aan de gestelde doelen. Als bij uitvoering plannen niet snel genoeg tot resultaten leiden sturen we bij met inzet van onze wettelijke middelen. In het gebiedsproces onderzoeken we in welke gebieden functiewijziging noodzakelijk wordt geacht. In deze Statenperiode vindt er geen gedwongen uitkoop plaats ten behoeve van stikstofreductie.
Belangrijkste (inter)nationale regelingen en doelstellingen bij perspectief 3
In stand houden en herstellen van de biodiversiteit
- De Europese Vogel- en Habitatrichtlijn kent nog geen dwingend tijdspad waarop de doelen gehaald moeten worden. Binnen het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) wordt wel rekening gehouden met een tijdspad door een tussendoelstelling voor 2030 op te nemen. De vereiste is dat in 2030 de habitats en soorten niet (verder) zijn verslechterd en dat tenminste 30% van het gat tussen de huidige staat en volledig doelbereik wordt overbrugd. Er is nog onzekerheid ten aanzien van aanvullende habitatrichtlijnen. De doelstelling van een gunstige staat van instandhouding geldt ook voor de komende jaren.
Natuurherstel
- Met het Rijk is afgesproken dat het Natuur Netwerk Nederland uiterlijk in 2027 is afgerond en dat het netwerk vervolgens in stand wordt gehouden. Daarvoor moet in Zuid-Holland nog circa 3.200 hectare natuur en nog ca 100 km ecologische verbinding worden ingericht.
Stikstofreductie
- Zuid-Holland heeft 12 stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. De totale emissie van de landbouw in Zuid-Holland bedraagt tussen de 5,4 en 5,6 Kilo ton (kton) ammoniak (NH3) per jaar. De provincie kent vanaf 2030 een indicatieve doelstelling van 2,5 kton vermindering per jaar voor de landbouwsector. Dat betekent dat het emissieplafond vanaf 2030 gaat naar een uitstoot van 2,9-3,1 kton ammoniak per jaar2. Er is een verplichting om provinciale gebiedsplannen op te stellen ter uitwerking van de landelijk vereiste depositiereductie en ter verkrijging van financiële middelen uit het transitiefonds.
- Ook andere sectoren, zoals mobiliteit en de industrie, moeten bijdragen een de verlaging van de emissie. In deze sectoren gaat het om reductie van stikstofoxiden (NOx), die vrijkomen bij verbranding
van fossiele brandstoffen. Doel voor de industrie is een reductie van 38% t.o.v. 2019. Voor mobiliteit gaat het om een reductie van 25% t.o.v.
2019. De doelen zijn nog niet uitgesplitst naar provinciale doelen.
CO2-reductie3
Voor de landbouw is deze opgave als volgt uitgesplitst:
- De landelijke klimaatopgave voor veehouderij (incl. mestaanwending in de akkerbouw) is indicatief over provincies verdeeld. Voor Zuid-
Holland is de reductieopgave 0,3 Mton CO2eq tov KEV2021 voor de veehouderij (incl. mestaanwending in de akkerbouw). - Met de ondertekening van de Global Methane Pledge heeft Nederland zich ook gecommitteerd aan de internationale samenwerking om de mondiale uitstoot van methaan met tenminste 30% te reduceren in 2030 ten opzichte van 2020. Met het NPLG moet een methaanemissiereductie van 3,12 Mton CO2 eq. in de veehouderij en
akkerbouw zijn gerealiseerd in 2030. In de uitwerking van het ZH-PLG wordt deze doelstelling voor de provincie verder uitgewerkt. - Het indicatieve restemissiedoel in 2030 voor landgebruik is 1,8 tot 2,7 Mton CO2-eq. Daarvoor zijn maatregelen nodig als koolstofvastlegging in landbouwbodems, verminderen broeikasgassen uit veenweidegebieden en koolstofvastlegging in bomen, bossen en natuur.
- In veenweidegebieden moet 1 Mton CO2 worden bespaard in 2030. Het Zuid-Hollandse aandeel in de opgave wordt ingeschat op 21%, ofwel: 0,21 Mton.
- Het doel voor de glastuinbouw is om in 2030 een emissiereductie van 2,2 Mton CO2 op jaarbasis te hebben gerealiseerd en om in 2040 energieneutraal te zijn.