Waar gaat het om?
De Zuid-Hollandse economie wordt gekenmerkt door een unieke structuur. Het herbergt het grootste haven-industriële complex van Europa, met een sterk proces- en petrochemisch, logistiek en maritiem cluster. In de directe nabijheid van dit complex bevindt zich het grootste glastuinbouwcluster van de wereld en vruchtbare landbouwgronden: belangrijke spelers in de wereldwijde voedselketen. Verder kent onze provincie een meerkernig stedelijk netwerk met talrijke kennis-, onderwijs- en onderzoeksinstellingen, die tot de top in hun vakgebied behoren. Rond deze instellingen zijn kennisintensieve clusters ontstaan zoals de bio lifescience, ruimtevaart, duurzame energie en quantum technologie.
Zuid- Holland is al eeuwenlang een centrum van handel, kennis en wetenschap. Een van de meest concurrerende en innovatieve regio’s van Europa. De provincie wordt door steeds meer toeristen bezocht. Een kracht die onze provincie ontleent aan de diversiteit van de economie, het aanwezige potentieel van talentvolle mensen en het unieke deltalandschap.
Het behouden van deze toppositie en ons welvaartsniveau vereisen dat de Zuid-Hollandse economie zich blijft vernieuwen en zich aanpast aan een veranderende omgeving. Wereldwijde bevolkingsgroei in combinatie met toegenomen consumptie put de energievoorraad en andere hulpbronnen uit, waardoor we de grenzen raken van wat de aarde aankan, of deze overschrijden. Als gevolg daarvan wordt het gebruik van fossiele brand- en grondstoffen, jarenlang het fundament van onze economie, vervangen door hernieuwbare brand- en grondstoffen.
Verschillen in rijkdom en gezondheid tussen mensen, regio’s en wijken nemen toe. Ook in onze provincie. Ondertussen verandert de economie van structuur door de digitalisering van onze werk- en leefomgeving.
Een dynamiek die erom vraagt om ons leven, wonen en werken opnieuw in te richten.
Waar zetten we op in?
We willen een economie die een bijdrage levert aan de brede welvaart voor alle Zuid-Hollanders. Ondernemerschap is belangrijk voor de economie. Ondernemers creëren de banen en bieden werkgelegenheid aan inwoners. Dit geldt zowel voor grote als midden- en kleine ondernemers. We willen een economie die groeit in termen van kwaliteit en niet alleen in volume. Om dat te bereiken kiezen we voor
een economie die:
- duurzaam is; die uiteindelijk geen emissie uitstoot en gebaseerd is op een circulair energie- en grondstoffensysteem (onder andere voor stroom, warmte, CO2 en waterstof).
- innovatief is; met een gezond en aantrekkelijk vestigingsklimaat dat ruimte biedt aan ondernemerschap.
- inclusief is; met gelijke kansen voor iedereen, waarin iedereen meetelt, meedoet en op een prettige en gezonde manier kan leven.
Een toekomstbeeld met grote gevolgen voor de energie- en kennisintensieve Zuid-Hollandse economie. En onze provincie heeft alles in huis om deze slag te slaan: talent, creativiteit en ondernemerskracht.
In een tijd die grote kansen biedt voor mensen die op zoek zijn naar een baan of opleiding. Aan de verduurzaming van onze economie werken we samen met partners, zoals de Economic Board Zuid-Holland (EBZ) met de Groeiagenda Zuid-Holland.
Wat gaan we daarvoor concreet doen?
Duurzaam
Energietransitie
- We gaan af van fossiele energiebronnen en worden energieonafhankelijker. Daarom zetten we in op energiebesparing, zon- en windenergie, warmtebronnen in onze eigen provincie, innovatieve mogelijkheden tot opslag en flexibele inzet van energie voor 2030. We
stimuleren de circulaire economie. Voor de realisatie van de energietransitie is een brede mix van duurzame energiebronnen, opslag en -dragers nodig. - In onze energiemix voor de energietransitie sluiten we geen enkele CO2-neutrale techniek uit. Ten aanzien van kernenergie doen we in
deze periode alleen onderzoek naar de potentie voor plaatsing van kleine modulaire kernreactoren in Zuid-Holland. - De energie-infrastructuur is de slagader van het toekomstige duurzame energiesysteem. We zetten - onder meer via het provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK) - in op versnelling en maatschappelijk verantwoorde keuzes voor ontwikkeling en ruimtelijke inpassing van elektriciteits-, waterstof- en warmtenetten.
Wind- en zonne-energie op land
- De Regionale Energiestrategieën (RES’en) zijn het resultaat van een uitgebreid participatieproces in 7 gebieden en vallen binnen landelijke afspraken. Voor het realiseren van duurzame energie opwekking op land is de afgelopen periode een grote slag gemaakt. Er is afgesproken 6,3 tot 6,8 TWh op te wekken in Zuid-Holland, waarvan er al circa 2,7 TWh is gerealiseerd. De inzet resteert om voor circa 2,5 TWh nog een vergunning te verlenen, wat mogelijk ook geldt voor een deel van de voorlopig vergunde circa 1 TWh. We komen deze afspraken na en deze afspraken zijn de basis voor nieuw aan te leggen duurzaam opgewekte energie op land. Het gaat naar schatting naast de pijplijnprojecten, repowering en inbreiding (mede afhankelijk van de mix van zon en wind) om enkele tientallen windmolens op land die erbij moeten komen. Wij zien het als onze taak om samen met lokale partners draagvlak bij omwonenden te creëren.
- De provincie vervult binnen de RES’en diverse rollen. Allereerst die van presterende overheid. We staan aan de lat om het verhogen van duurzame energieproductie mogelijk te maken. Daarnaast hebben wij als provincie een coördinerende en faciliterende rol. Hiermee helpen we samenwerkingspartners en gemeenten en voorkomen we dat iedereen het wiel opnieuw moet uitvinden.
- Bij zonne-energie staat de toepassing van meervoudig ruimtegebruik voorop. Dus het plaatsen van zonnepanelen op daken, parkeerplaatsen en andere geschikte plekken, langs wegen en spoorlijnen en bij realisatie van nieuwe bedrijventerreinen. Omdat onze provincie weinig onbebouwde ruimte kent zijn we zeer terughoudend als het gaat om zonnevelden op plekken buiten de door RES aangewezen zoekgebieden.
- Voor de realisatie van wind op land is de landschapskwaliteit een belangrijk kader. Nieuwe windmolens worden zo goed mogelijk ingepast in het landschap en sluiten aan bij de omgevingskenmerken. In samenwerking en participatie met omwonenden.
- In de RES’en zijn afspraken gemaakt over het opwekken van duurzame energie op land. Nu komt het aan op realisatie. We houden gemeenten aan gemaakte afspraken. Als een RES-regio moeite heeft haar afspraken binnen de afgesproken termijnen na te komen dan ondersteunen we de gemeenten en zetten indien nodig ons provinciaal instrumentarium uit de omgevingswet in.
- Er zijn nog veel kansen voor zon op dak. We spannen ons maximaal in om ál deze kansen te benutten. Dit kan ook via lokale en regionale energiecoöperaties. Naast de daken achten wij restruimtes zoals plekken langs en boven infrastructuur hiervoor kansrijk. Daarbij maken we een afweging tussen kansen voor versterking van biodiversiteit via bermenbeleid en het plaatsen van zonnepanelen
Netcapaciteit en -congestie
- Het versterken van de energie-infrastructuur voor diverse energiebronnen en -dragers is essentieel en zal worden meegenomen in het provinciale Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK). Samen met de netbeheerders en in afstemming met gemeenten stellen wij een 2-jaarlijkse actualisatie van het pMIEK op, waarin we de energie-infraprojecten prioriteren in de regio.
- Congestie op het elektriciteitsnetwerk doet zich ook in onze provincie in toenemende mate voor. De netbeheerders zijn aan zet om hierin investeringen te plegen.
- Ons uitgangspunt is dat wij het net zoveel mogelijk ontzien. Opslag van schone energie is een manier om de disbalans tussen opwek en gebruik op te lossen. Wij zetten in op een optimale mix van opwektechnieken en vraagsturing. We zetten ook in op het mogelijk maken van opwek- en opslagcapaciteit in de buurt van de energievraag.
Gebouwde omgeving: besparen en warmte
- Wij verbinden het beleid van het Rijk en gemeenten op het gebied van de warmtetransitie. Onze energietransitie vraagt om een versnelling van bovenlokale warmtenetwerken. We willen dit in publieke handen geven. Dit vraagt om gerichte programma’s voor doelgroepen zoals maatschappelijk vastgoed en bevordering van de bijpassende collectieve besparingsconcepten. Net als het Rijk willen wij versneld van het gas af. We verspreiden de kennis die wordt opgedaan door innovaties, projecten en activiteiten. Hiermee versterken we de gemeentelijke regierol en zorgen we voor onderlinge verbinding tussen gemeenten.
- We stimuleren pilots die energie positieve nieuwbouw mogelijk maken en lobbyen voor aanscherping van het bouwbesluit.
- Wij zetten in op een energietransitie waar iedereen kan meeprofiteren.
Lokaal eigendom en participatie
- Omwonenden moeten kunnen meedoen en meeprofiteren. Inkomsten uit duurzame energiebronnen, zoals windmolens en gezamenlijk zon op dak moeten meer landen bij de direct omliggende gemeenschappen. Omwonenden moeten de mogelijkheid krijgen om mede-eigenaar te worden van duurzame energiebronnen, eventueel via regionale energiecoöperaties. We streven naar minimaal 50% publiek of lokaal eigenaarschap per project van duurzame energievoorziening en
ondersteunen energiecoöperaties bij het realiseren hiervan. - Lokale ondernemers moeten de mogelijkheid krijgen om meer zelfvoorzienend te worden op energie en/of nieuwe verdienmodellen te kunnen ontwikkelen op het gebied van energietransitie. Wij willen, afhankelijk van de lokale effecten op de directe omgeving en ecologie buiten bestaand dorps- en stadsgebied, kleinere windturbines met een ashoogte tot 30 meter meer ruimte bieden, met name op het eigen erf.
- We blijven ons inzetten om de energietransitie te faciliteren bij doelgroepen die niet vanzelf mee komen en hard geraakt worden door de hoge kosten van energie.
- Wij zijn open en transparant in onze besluitvorming over de realisatie van plannen voor duurzame energie op land. Hierbij betrekken we zoveel mogelijk perspectieven van onze inwoners, ondernemers en bedrijven om op deze wijze maximaal maatschappelijk draagvlak te creëren.
- Bij besluitvorming over energieprojecten wegen we het draagvlak, de bijdrage aan de totale energieopgave, goede landschappelijke inpassing en de mogelijkheid om aan te sluiten op het elektriciteitsnetwerk mee.
Duurzame industrie, haven, glastuinbouw en visserij
- Het haven-industrieel complex verkeert in een omvangrijke grondstoffen- en energietransitie gericht op energiebesparing, de-carbonisatie (CO2 neutraliteit), elektrificatie, emissiereductie (NOx), circulariteit, blauwe en groene waterstof en biobased brand- en grondstoffen. Wij stimuleren de transitie in dit industrieel cluster door in te zetten op energie-efficiency, vernieuwing van energiesysteem (waterstofhub) en vernieuwing van het grondstoffen systeem (circulair). Dit bereiken wij door met de industrie duidelijke afspraken te maken en waar mogelijk de omgevingswaarde in te zetten om de industrie te stimuleren voor emissiereductie en innovaties te bevorderen. Dit doen we onder meer door ondersteuning bij de ruimtelijke inpassing van transitieprojecten in het havengebied. De provincie ondersteunt daarnaast de industrie buiten de Rijnmond in de transitie naar energieneutraal en circulair.
- We stimuleren de innovatieve ontwikkeling van duurzame energie en innovaties die de energiebehoefte terugbrengen en zien dit als een nieuwe internationaal sterke economische sector voor Zuid-Holland. Het gaat dan bijvoorbeeld over de productie en herverwerking van zonnepanelen en -boilers, warmtepompen, batterijen en windmolens.
- Belangrijk voor de verduurzaming van de industrie is de overstap naar duurzame elektriciteit en andere energievormen. Deze zal voornamelijk
vanaf zee komen. We werken mee aan de aanlanding van energie vanuit de Noordzee (elektriciteit en blauwe en groene waterstof) en ondersteunen veilige import, opslag en doorvoer van energie via
de haven. - Voor de concurrentiepositie van het glastuinbouwcluster is het welslagen van de energie- en grondstoffentransitie cruciaal. De sector wil in 2040 energieneutraal zijn en in 2050 circulair. Wij stimuleren de energie- en grondstoffentransitie in de glastuinbouw door de verdere ontwikkeling en uitrol van een regionaal warmtenet (geothermie, havenwarmte) mogelijk te maken. We zetten in op duurzame gebiedsontwikkeling, door bijvoorbeeld clustering van bedrijven bij warmte- en CO2 netten, waterstof en/of geothermie. We ondersteunen de concentratie en herstructurering van het glastuinbouwcluster.
- Onze vissers zijn één van de meest innovatieve in Europa. Samen met de visserij bekijken we waar de kansen voor een toekomstbestendige ontwikkeling voor deze sector liggen. De visserij heeft het zwaar de laatste jaren, de hoge brandstofprijzen en de Brexit zetten de sector onder druk.
Innovatie
Ondernemerschap
- Wij ondersteunen planologisch de doorontwikkeling van de verlogistiek, met name in de Dutch Freshport en Greenport Westland.
- We onderschrijven het economisch belang van de (glas)tuinbouw met onder andere sier-, bollenteelt en boomkwekerijen en blijven actief participeren in en de samenwerking bevorderen van de regionale Greenports.
- De regionale ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter (IQ) is een belangrijke uitvoeringsorganisatie voor Zuid-Holland als het gaat om innovatiestimulering. IQ brengt partijen samen en stimuleert samenwerking tussen innovatieve ondernemers, kennisinstellingen en overheden uit Zuid-Holland en daarbuiten en investeert in kansrijke start-ups en scale-ups. We zetten de activiteiten van IQ gerichter in op het stimuleren van de verduurzamingsopgave van onze economie; circulair, energie- en klimaatneutraal.
- We bekijken de toekomst van ons energie-innovatiefonds EnergiIQ in het licht van het veranderende investeringslandschap. Daarbij zien wij vooral mogelijkheden om innovaties op het terrein van lokale en regionale energieopslag (bijvoorbeeld wijkaccu’s) te stimuleren. We verkennen de mogelijkheid deel te nemen in de productie en plaatsing van laadinfra-opslag en remises ten einde het publieke belang van deze infrastructuur te borgen.
- De diversiteit van de Zuid-Hollandse economie is een kracht: van toonaangevende grote bedrijven, een breed midden- en kleinbedrijf, overheden, kennis-, onderwijs-, cultuur- en zorginstellingen. Kruisbestuiving tussen al deze partijen en verschillende economische sectoren voedt innovatie. Wij zetten in op de ontwikkeling van een vruchtbaar kennis- en innovatie ecosysteem bestaande uit specifieke locaties met een clustering van bedrijvigheid, onderzoek en onderwijs. Voorbeelden zijn de Leiden Bioscience Campus, de Biotech Campus en Technopolis innovation Park in Delft, NL Space Campus te Noordwijk, Maakfabriek in Dordrecht, Erasmus MC Campus, Campus Woudestein te Rotterdam en fieldlabs waaronder klimaat en energie.
- Digitalisering verandert ons werk, verdienmodellen en hoe we (samen)leven. Gebruik en beschikbaarheid van technologie is bepalend voor onze concurrentiepositie en onze manier van werken. We bevorderen de digitalisering in het mkb en daarvoor zetten we de activiteiten voor IQ in. We zetten in op een open overheid. Bij dit alles
worden veiligheid en privacy geborgd en waardevolle data beschermd. Digitalisering wordt integraal onderdeel van onze economische programma’s, waarbij we oog houden voor de ethische dilemma’s die daarbij spelen. Zoals privacy, de behoefte aan persoonlijk contact en de digitale geletterdheid van onze inwoners. - De ruimte voor bedrijventerreinen is schaars. Ondernemers bepalen mede onze concurrentiekracht, daarom blijven we ruimte bieden voor ondernemers. Bij het faciliteren van die ruimte geven we voorrang aan bedrijven die bijdragen aan de transitie naar een klimaatneutrale en/of circulaire economie en het verbeteren van het welzijn van de inwoners van Zuid-Holland.
- We zetten in op het beter benutten en duurzaam functioneren van bedrijventerreinen. We stimuleren meervoudig ruimtegebruik op bedrijventerreinen. Waar mogelijk passen we functiemenging toe en mengen we bedrijven met een lage milieucategorie met woningbouw.
- We zetten in op het behoud van voldoende ruimte voor bedrijven in hoge milieucategorieën, milieuzones en watergebonden bedrijven. We blijven woningbouwplannen van gemeenten toetsen op mogelijke conflicten met aanwezige bedrijven uit de hogere milieucategorieën. Bedrijven met lage milieucategorieën mogen niet meer op een bedrijventerrein gevestigd zijn met een hogere milieucategorie. Onze inzet is om hoge milieucategoriebedrijven op de daarvoor bestemde plekken te concentreren. Het beter benutten van die terreinen vraagt onder andere om verplaatsing van bedrijven. Dat is kostbaar. We gaan bij het Rijk pleiten voor de instelling van een ‘verplaatsingsfonds’ waarmee bedrijven verplaatst kunnen worden. Voor grote ruimtevragers voert de provincie bij wijze van ‘pas op de plaats’ een selectief vestigingsbeleid.
- Bedrijventerreinen hebben een groot onbenut potentieel als het gaat over energie, ruimte en klimaat. Ze huisvesten ongeveer een derde van onze banen en verbruiken een aanzienlijk deel van de energie. Circulaire en energiezuinige of zelfs energieneutrale bedrijventerreinen dragen bij aan de verduurzamingsopgave van de economie. We stimuleren de verduurzaming van bedrijventerreinen door eigen duurzame opwekking en de realisatie van lokale warmtenetten. Ook kunnen deze terreinen bijdragen aan klimaatadaptatie, biodiversiteit en recreatie.
- Voor vestiging van bedrijven die werken met arbeidsmigranten verwachten we een menswaardig huisvestingsplan.
Kantoren
- Nieuwe kantorenontwikkelingen concentreren zich bij voorkeur op toplocaties (centrum Rotterdam en centrum Den Haag) en scienceparken. We reduceren het kantorenaanbod (zowel fysiek als qua plancapaciteit) op minder kansrijke locaties en maken waar mogelijk de transformatie van leegstaande kantoren naar andere functies (wonen) mogelijk.
- De ontwikkeling naar een duurzame, digitale en inclusieve economie leidt tot andere eisen en wensen die we stellen aan werk- en woonlocaties. Deze ontwikkeling vraagt om een nieuwe ruimtelijke economische visie. We komen - als uitwerking van het traject van de Ruimtelijke Puzzel - binnen één jaar met een ruimtelijk economische
visie.
Detailhandel
- Het midden- en klein bedrijf is een grote werkgever in onze provincie. Het zijn veelal familiebedrijven met een lange traditie in Zuid-Holland. Wij blijven het mkb ondersteunen met onze mkb-aanpak.
- Vitale, krachtige en aantrekkelijke stads- en dorpscentra zijn belangrijk voor de kwaliteit van het leven van onze inwoners. Door de digitalisering kopen we meer online waardoor met name de middelgrote detailhandelcentra onder druk staan. We blijven de detailhandelstructuur versterken door deze kwalitatief te verbeteren
(van ‘place to buy’ naar ‘place to be’), van een breed aanbod te voorzien en de bereikbaarheid te garanderen. We concentreren en bundelen nieuwe detailhandel in de centra van wijken, dorpen en
steden en voorkomen zoveel mogelijk leegloop. - We gaan met gemeenten in gesprek over hoe pakketpunten, bezorghubs en stadslogistiek kunnen leiden tot minder busjes en bezorgmomenten in steden en straten.
Inclusief
Brede welvaart en samenwerking
- Bij de versterking van onze economie en samenleving stellen we een breed welvaartperspectief centraal. Uiterlijk in 2025 is er een brede welvaartsagenda opgesteld die aansluit bij de landelijke monitoring. We wegen, sturen en rapporteren gelijktijdig op zowel economische doelen als op sociaal en cultureel gebied, de leefomgeving, gezondheid en onze democratie. We verkennen hoe we het brede welvaartperspectief kunnen verankeren in onze begrotingssystematiek.
- Mede vanwege dat brede welvaartsperspectief is het essentieel om voor het verdienvermogen van de inwoners een sterke concurrentiepositie van de Zuid-Hollandse economie te waarborgen.
- Zuid-Holland kent een aantal gebieden die over een langere periode relatief zwak scoren op diverse dimensies van brede welvaart. Via een integrale meerjarige aanpak kan dit gekeerd worden. Wij willen het potentieel van onze regio’s benutten. Wij werken samen met bewoners, bedrijven en onderwijsinstellingen aan regiodeals die gericht zijn op het sterker maken van specifieke gebieden en het concurrerend houden van sectoren.
- Bestuurlijke samenwerking tussen overheden, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en bedrijfsleven levert een belangrijke bijdrage aan de versterking van onze concurrentiepositie.
- Wij verbinden de onderwijsinstellingen, het bedrijfsleven en de overheden (triple helix) en stimuleren samenwerking tussen deze partijen. We richten ons hierbij op het gehele onderwijsveld; van roc, naar hbo en universiteit. Een succesvol orgaan voor deze ‘triple helix’ samenwerking is de Economic Board Zuid-Holland (EBZ).
Human Capital
- Een inclusieve economie betekent dat iedereen mee kan doen. Geen verspilling van talent. Er is een groot aanbod aan banen en een tekort aan goed gekwalificeerd personeel, in alle sectoren van de economie. Digitalisering verandert ons werk razendsnel.
- We willen dat iedereen een goede baan heeft of kan krijgen en willen ons arbeidspotentieel optimaal benutten. Dat blijven we doen via de Human Capital Agenda 2.0; een publiek-private samenwerking bestaande uit inmiddels meer dan 100 partners. We investeren in het programmateam en zorgen voor cofinanciering van concrete projecten. Onze ambitie is een beroepsbevolking die past bij de economie van de toekomst door her- bij- en omscholing van 55.000 werknemers en flexwerkers. En begeleiding naar toekomstbestendig werk van 10.000 mensen en voldoende stage- en werkplekken voor alle studenten. Dit zorgt ervoor dat onze bedrijven, groot en klein, een banenmotor van belang kunnen blijven. We nemen hierbij niet de rol van de gemeenten over ten aanzien van de begeleiding van mensen naar werk.
Belangrijkste (concrete) doelstellingen voor Zuid-Holland voor perspectief 2
Verduurzaming energiesysteem
- Doelstelling uit het Klimaatakkoord is dat in 2030 minimaal 35 TWh duurzaam opgewekte energie op land (wind en zon) wordt gerealiseerd. Tweede doelstelling op het terrein van energietransitie is 50% lokaal eigenaarschap van energievoorziening. Dat betekent dat de lokale omgeving zeggenschap heeft over duurzame energieprojecten in hun omgeving en dat inwoners en belanghebbenden financieel deel kunnen nemen.
Industrie
- 49% reductie van uitstoot van broeikasgassen in 2030 in vergelijking met 1990 en klimaatneutraal in 2050. Het kabinet heeft intussen het doel voor 2030 bijgesteld naar 55% vermindering van uitstoot van broeikasgassen in vergelijking met 1990.
- Doelen stikstofreductie: er is een indicatief NOx-emissiereductiedoel vastgesteld voor de sector industrie van 38% in 2030 ten opzichte van
2019.
Circulair
- Grondstoffenakkoord: in 2030 50% minder gebruik van primaire abiotische grondstoffen (mineralen, metalen en fossiel) en in 2050 een
volledig circulaire economie. - Als provincie hebben wij diverse akkoorden en convenanten ondertekend die invloed hebben op verduurzaming en circulariteit in het inkoop- en aanbestedingsbeleid. Zoals de Green Deal Circulair Inkopen 2.0, de Green Deal Duurzaam GWW 2.0 en het Manifest Maatschappelijk Verantwoord Inkopen en Aanbesteden.