Besluiten

Op 10 mei hebben Provinciale Staten het Statenvoorstel van de Ruimtelijke puzzel met drie amendementen aangenomen. Deze brief geeft een reactie van Gedeputeerde Staten op de wijze waarop GS deze drie amendementen uit zullen gaan voeren. In de eerdere brieven over de Ruimtelijke puzzel gaven Gedeputeerde Staten het al veelvuldig aan: de druk op de ruimte is groot, het is niet langer mogelijk om alle ruimtevragers te accommoderen en lastige keuzes zijn onvermijdelijk. Als regisseur van de ruimtelijke ordening staat dat voor ons als provincie centraal in de ruimtelijke puzzel. Gedeputeerden Staten hebben Provinciale met eerdere brieven geïnformeerd over dit traject. Het Statenvoorstel geeft een overzicht van de eerder gedeelde informatie en markeert de belangrijke rol van Provinciale Staten in de ruimtelijke puzzel. Provinciale Staten hebben dit Statenvoorstel met drie amendementen aangenomen. Deze brief geeft een reactie van Gedeputeerde Staten op de wijze waarop GS deze drie amendementen uit zullen gaan voeren.

Naar aanleiding van het overleg Commissie KNM op 19 april 2023 zijn door politieke partij BBB, Statenvragen gesteld ten aanzien van het Zuid-Hollands Programma Landelijke Gebied. In dit programma brengt de provincie Zuid-Holland de belangen van natuur, water, stikstof en klimaat samen voor een vitaal platteland. De vragen hebben met name betrekking op het proces en de planning van het programma daarnaast is er een aantal inhoudelijke vragen.

Gedeputeerde Staten hebben Statenvragen van CDA van april 2023 beantwoord over de sluiting van ziekenhuizen en het verdwijnen van voorzieningen. Gedeputeerde Staten hebben aangegeven dat de primaire verantwoordelijkheid ligt bij het ministerie van VWS. De Nederlandse Zorgautoriteit houdt toezicht op de zorgaanbieders, zorgverzekeraars, zorgkantoren en het CAK voor een toegankelijke en betaalbare zorg en adviseert het ministerie. Op basis van onderzoek naar maatschappelijk vastgoed in 2022 leek er vooralsnog geen mismatch tussen vraag en aanbod te zijn. Desondanks kan het helaas zo zijn dat vraag en aanbod van wonen, voorzieningen (als zorg en onderwijs) soms niet in overeenstemming met elkaar en onevenredig verdeeld zijn. Vanuit de bestaande beleidskeuze Verstedelijking wordt hier reeds nadrukkelijk aandacht voor. Gemeenten houden bij hun woningbouwplannen ook rekening met de doorwerking op maatschappelijke functies, zoals onderwijs en zorg. Woningbouw is een van vele onderdelen die terugkomt in de ruimtelijke puzzel.

Op 19 april lag het Statenvoorstel van de Ruimtelijke puzzel ter bespreking in de Integrale Commissie. Naar aanleiding hiervan heeft BBB Statenvragen ingediend, waar Gedeputeerde Staten in deze beantwoording op reageren.  In de eerdere brieven over de Ruimtelijke puzzel gaven Gedeputeerde Staten het al veelvuldig aan: de druk op de ruimte is groot, het is niet langer mogelijk om alle ruimtevragers te accommoderen en lastige keuzes zijn onvermijdelijk. Als regisseur van de ruimtelijke ordening staat dat voor ons als provincie centraal in de ruimtelijke puzzel. Gedeputeerden Staten hebben Provinciale met eerdere brieven geïnformeerd over dit traject. Het Statenvoorstel geeft een overzicht van de eerder gedeelde informatie en markeert de belangrijke rol van Provinciale Staten in de ruimtelijke puzzel. Deze beantwoording geeft extra duidelijkheid over de naam, het proces en enkele inhoudelijk onderdelen van de ruimtelijke puzzel.

Gedeputeerde Staten hebben de beantwoording van de Statenvragen 3950 ‘Aanvalsplan Grutto’ vastgesteld. De fracties GroenLinks en PvdA stelden deze vragen naar aanleiding van een artikel in Trouw, waarin werd gesteld dat het Rijk en de provincies het niet eens worden over de financiering van een reddingsplan voor de grutto.

Door de Christen Unie zijn op 6 april 2023 Statenvragen gesteld over de langhuisboerderij aan de Hoogeveensweg 71 in Hazerswoude-Dorp. De vragen betreffen de mogelijke monumentale status van de boerderij, het ruimtelijk beleid rond landgoed Bentwoud en de relatie met de Natuurschoonwet. GS heeft geantwoord dat de boerderij geen status van rijks- of gemeentelijk monument heeft. Tevens is uitgelegd wat het gemeentelijk en provinciaal beleid is rond het landgoed Bentwoud, en dat het landgoed voor zover ons bekend geen NSW-status heeft. Vanuit  het provinciaal ruimtelijk beleid zijn er geen verplichtingen. De uitvoering en handhaving van het gemeentelijk beleid is aan de gemeente, de provincie heeft hierin geen rol.

Bentwoud is een groot recreatiegebied, waarvoor de wens is om dit gebied verder te ontwikkelen. Hiervoor is een ontwikkelperspectief opgesteld met inbreng van diverse partijen. Op basis hiervan wordt een ontwikkelprogramma gemaakt. Met de brief geeft Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland aan welke punten uit het ontwikkelperspectief zij belangrijk vinden om terug te laten komen in het ontwikkelprogramma. Deze punten sluiten aan bij het vastgestelde beleid van de provincie.

Gedeputeerde Staten hebben de beantwoording vastgesteld van Statenvragen 3949 van de PvdA met als onderwerp ‘Fietsstrook viaduct N470 Delft (over het spoor)’. De fietsersbond zou graag zien dat de huidige versmalling op het viaduct, die destijds is aangebracht voor een inmiddels opgeheven fietsenstalling, wordt verwijderd. In de beantwoording wordt aangegeven dat de versmalling niet op korte termijn zal worden weggehaald, gezien de hoge kosten die dit met zich meebrengt, het feit dat het (brom)fietspad in de huidige situatie al een voldoende brede rijloper heeft en dat de overgang van het asfalt naar de tegelstrook voldoende duidelijk is. Dit zal alsnog gebeuren wanneer het asfalt van het volledige fietspad wordt vervangen, naar verwachting over ca. 5-10 jaar.

De gemeente Westland heeft onderzoek laten uitvoeren naar de gevolgen van het onttrekken van grondwater door de glastuinbouw met betrekking tot bodemdaling. In haar antwoord schrijft de provincie dat zij de zorgen van de gemeente deelt en de lopende samenwerking tussen betrokken partijen wil benutten om oplossingen te vinden.

Gedeputeerde Staten geven in de antwoorden op de schriftelijke vragen van de PVV over gemeentelijke- en provinciale normen voor windturbineparken in Zuid-Holland aan dat de uitspraak van de Raad van State met kenmerk ECLI:NL:RVS:2023:1433 geen gevolgen heeft voor bestaande windparken. Sinds de uitspraak van de Raad van State met kenmerk ECLI:NL:RVS:2021:1395 zijn de gesprekken met belanghebbenden over de inpassing van een windpark intensiever geworden en wij zien nu geen reden tot vertraging van windprojecten. Daarnaast blijkt uit diverse onderzoeken dat de nationale- en internationale doelen voor het tegengaan van klimaatverandering steeds verder buiten beeld raken en een versnelling van de projecten voor opwek van duurzame energie is noodzakelijk.  Begin 2024 verwachten we dat de landelijke normen voor windparken vastgesteld worden, hiertoe wordt momenteel in opdracht van het Rijk een planMER uitgevoerd. Deze landelijke normen zullen duidelijkheid geven voor alle betrokken partijen.