Besluiten

Op 29 juli 2021 heeft gedeputeerde Potjer de Provinciale Staten per brief geïnformeerd over het rapport “Bijen en balsemien: concurrentie tussen de honingbijen en wilde bestuivers in de Biesbosch”, in opdracht van de provincie opgesteld door EIS/Naturalis. De provincie wil namelijk weten, in het kader van het Versterken van de Natuur in Zuid-Holland, wat het effect is van de grote aantallen bijenkasten die jaarlijks vlakbij Natura 2000 gebied de Biesbosch worden geplaatst. Op 30 november 2021 heeft Gedeputeerde Staten een aantal vragen van de Partij voor de Dieren, naar aanleiding van de conclusies uit het rapport en de brief van de gedeputeerde, beantwoord. Daarop heeft de Partij voor de Dieren een aantal vervolgvragen gesteld aan Gedeputeerde Staten. Deze brief bevat de beantwoording van deze vervolgvragen en gaat in op de rol van de provincie en het handelingsperspectief dat gezamenlijk met gebiedspartijen wordt ontwikkeld.

Gedeputeerde Staten (GS) hebben de beantwoording van de statenvragen met het onderwerp ‘Gemeenten en provincie voor het blok geplaatst inzake asielopvang’ vastgesteld. De vragen zijn door de fractie van PVV gesteld naar aanleiding van het bericht dat het Rijk gebieden heeft aangewezen voor de realisatie van “acute noodopvanglocaties” voor asielzoekers. De leden van de PVV fractie willen weten of en wanneer de provincie is geïnformeerd en geconsulteerd hierover en vragen naar een visie van GS in samenhang met andere dossiers. In de beantwoording is aangegeven dat GS niet is geïnformeerd, maar de commissaris van de Koning als rijksheer wel. Aangegeven wordt dat bij de uitvoering van de aanwijzing GS geen directe rol heeft. Wat betreft de visie herkennen GS dat de druk op de ruimte in Zuid-Holland groot is. Tegelijkertijd hebben ook de gemeenten in de provincie Zuid-Holland een verantwoordelijkheid voor het realiseren van voldoende opvangplekken, zodat we als gemeenschap een warm welkom kunnen bieden aan mensen die huis en haard ontvlucht zijn

Gedeputeerde Staten van provincie Zuid-Holland stellen opnieuw subsidie beschikbaar voor de uitvoering van inrichtingsmaatregelen ten behoeve van de Zuid-Hollandse icoonsoorten grutto en patrijs. Deze maatregelen komen ook ten goede aan andere soorten boerenlandvogels. Bij het uitwerken van deze openstelling is extra aandacht besteed aan het verbeteren van de beheerbaarheid van weidevogelgebieden en aan de mogelijkheid om patrijzenakkers aan te leggen waarbij de inkomstenderving vergoed wordt. Andere maatregelen die voor subsidie in aanmerking komen zijn onder meer de inrichting van kruidenrijk grasland, het verwijderen van houtopstanden waarin roofvogels kunnen schuilen en het plaatsen en het verwijderen van anti-predatierasters. In totaal is € 1.000.000 voor subsidies beschikbaar. Subsidie kan worden aangevraagd door agrarische collectieven, BoerenNatuur Zuid-Holland en terreinbeherende organisaties. Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend in de periode van 17 november tot en met 3 december 2021.

Het project WarmtelinQ Rijswijk-Leiden beoogd de aanleg van een warmtetransportleiding van Rijswijk naar Leiden waarmee de regio van restwarmte kan worden voorzien. Gedeputeerde Staten hebben hiervoor het participatieplan vastgesteld.�Het participatieplan beschrijft op welke wijze belangstellenden worden ge�nformeerd en betrokken bij dit project en de bijbehorende besluitvormingsprocedures.�Door middel van een brief aan Provinciale Staten worden zij over dit besluit en ge�nformeerd.

Op 10 december 2021 heeft Provinciale Staten Schriftelijke vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over de vergunningverlening van Rotterdam The Hague Airport. In de beantwoording wordt uitgelegd dat de vergunning van RTHA een Rijksbevoegdheid is. Het is daarom ook aan het Rijk om eventuele passende maatregelen te nemen.

In de ‘Internationale Vooruitblik 2022’ staan de internationale activiteiten van de provincie Zuid-Holland centraal. De vooruitblik vloeit voort uit de ‘Internationale Strategie 2020-2023', deze is aan het begin van de collegeperiode vastgesteld. Internationaal actief zijn is een middel om de provinciale ambities te realiseren. We trekken hierbij nauw op met regionale partners en zijn actief in diverse Europese netwerken en bilaterale samenwerkingsverbanden met andere regio’s. Ook de internationaliseringsambities van het bedrijfsleven worden ondersteund met onze relaties. In de vooruitblik wordt per thema gekeken naar de beoogde resultaten en de internationale inzet voor komend jaar. Ook wordt er een overzicht gegeven van de lobbyactiviteiten, samenwerking met partners, netwerken en regio’s, betrokkenheid bij en gebruik van EU-fondsen, de bijeenkomsten en werkbezoeken. Daarnaast wordt er kort ingegaan op de behaalde resultaten in 2021.

Op 21 oktober 2021 hebben wij namens het bestuur van de Stichting Illustre Dordracum een verzoek ontvangen, waarin met een beroep op de Wet openbaarheid van Bestuur (WOB) om openbaarmaking van informatie met betrekking tot de Canon van Zwijndrecht wordt gevraagd.

Het beknopt vegetatie-onderzoek Huize Bijdorp te Voorschoten, dat is opgesteld door het onderzoeksbureau Van der Goes en Groot, wordt geanonimiseerd verstrekt aan Wob-verzoeker. Het betreft een onderzoek dat in opdracht van de provincie Zuid-Holland is uitgevoerd.

Op 5 oktober 2021 is een Wob-verzoek ontvangen, waarin om openbaarmaking wordt gevraagd van alle informatie in de ruimste zin des woords over het participatietraject met betrekking tot het Luchthavenbesluit. De documenten zijn getoetst aan de criteria van de Wet openbaarheid van bestuur en worden geheel of gedeeltelijk openbaar gemaakt.

Gedeputeerde Staten hebben de beantwoording van de Statenvragen 3799 van de PvdD - Gunstige staat van instandhouding konijn haas en wilde eend vastgesteld. In de beantwoording wordt er onder andere aangegeven dat het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in overleg met provincies momenteel onderzoek uitvoert naar de populatieontwikkeling van haas en konijn. Daarnaast is aangegeven dat het doden van dieren op basis van een door GS afgegeven ontheffing op grond van de Wet natuurbescherming alleen is toegestaan als goed onderbouwd is dat er sprake is van dreigende schade of risico’s, er geen andere bevredigende oplossing bestaat en er geen afbreuk wordt gedaan aan het streven de populaties in hun natuurlijke verspreidingsgebied in een gunstige staat van instandhouding te laten voortbestaan.