Besluiten

Beantwoording Woo-verzoek wachtplaatsen Broekvelderbrug Bodegraven. We hebben al meedere verzoeken over dit onderwerp behandeld en alle documenten zijn reeds openbaar terug te vinden op onze website. Echter hebben we nog 1 conceptbrief geanonimiseerd. Deze brief is al eerder betrokken geweest maar niet verstrekt. We verstrekken deze conceptbrief alsnog. Voor het overige deel wordt het Woo-verzoek afgewezen.

Gedeputeerde Staten hebben ingestemd om de 2e voortgangsrapportage 2024 aan Provinciale Staten van Zuid-Holland met betrekking tot de uitvoeringsfase RijnlandRoute aan te bieden. Deze rapportage gaat over de periode 26 januari tot en met 9 september 2024. Dit gebeurt in het kader van de “Regeling Projecten Zuid-Holland”, die stelt dat Provinciale Staten twee keer per jaar over de voortgang van het project worden geïnformeerd. De rapportage beschrijft de stand van zaken programmabreed en voor de projectonderdelen: A4-N434-A44 en N206 Europaweg.

Provinciale Staten hebben schriftelijke vragen aan Gedeputeerde Staten gesteld over meer inzet ten behoeve van veiliger verkeer in Zuid-Holland. Gedeputeerde Staten beantwoorden deze waarbij ze het belang van verkeersveiligheid benadrukken en geven aan dat dankzij de inzet van afgelopen jaren van gedeputeerden er meer flitspalen beschikbaar komen. Er is toegezegd dat de evaluatie van de provinciale boa’s openbaar gemaakt wordt. Tot slot wordt ingegaan op de vraag naar het verruimen van de bevoegdheid van boa’s.

Met de vaststelling van de Beleidsregel ontzorgingsprogramma bedrijfsmatig vastgoed kan het College micro- en klein ondernemers (MKB; gedefinieerd door het Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). Door de formele vastelling van de beleidsregel en openstelling van het ontzorgingsprogramma kan het College de ingehuurde diensten van duurzaamheidscoaches en adviseurs verlenen aan hiervoor in aanmerking komende MKB ondernemers t.b.v. hun verduurzamingsopgave. De diensten worden vergoed d.m.v. een specifieke uitkering van het Rijk die hiervoor is gereserveerd. Het college van Gedeputeerde Staten Zuid-Holland heeft een specifieke uitkering ontvangen om MKB ondernemers te ondersteunen bij het verduurzamen van het bedrijfsmatig vastgoed waarin zij gevestigd zijn. Hiervoor is een programmatische aanpak gemaakt om de ontvangen middelen te gebruiken voor procesondersteuning bij de verduurzamingsopgave van de MKB ondernemers.  De specifieke uitkering mag niet in de vorm van geld aan de ondernemers worden verleend, alleen in de vorm van een dienst. De provincie stelt daarom diensten beschikbaar ter procesondersteuning voor eigenaren of huurders van bedrijfsmatig vastgoed (ontzorgingsprogramma), mits zij voldoen aan in de regeling gestelde criteria. Met de uitkering worden de diensten gefinancieerd. In totaal zijn er 1424 ontzorgingsprogramma's beschikbaar voor MKB ondernemers.  Provinciale Staten worden middels een GS-brief geïnformeerd over het besluit.

Gedeputeerde Staten stellen de brief aan gemeente Rijswijk vast. Dit met het antwoord op het schriftelijk ontvangen verzoek van de gemeente Rijswijk om bij transformatie van het bedrijventerrein op de locatie De Broodfabriek naar woningbouw niet ergens anders bedrijventerrein te hoeven realiseren. Gedeputeerde Staten geven in het antwoord aan dat de woningbouw door kan gaan, maar dat uit een compensatieplan moet blijken dat elders bedrijventerrein gerealiseerd kan worden.

Met dit besluit stellen Gedeputeerde Staten een brief vast aan Provinciale Staten waarin een terugkoppeling wordt gedaan omtrent het bezoek aan de land- en tuinbouwbeurs de Grüne Woche. 16 t/m 17 januari 2025 zijn gedeputeerden Stolk, Zevenbergen, Weverling, van Leeuwen en Rijkaart naar de jaarlijkse beurs de Grüne Woche in Berlijn afgereisd om met de agrarische sector en bestuurders in gesprek te gaan over huidige thema's. Hierbij is gesproken over verslogisitiek, duurzame land- en tuinbouw, innovatie, landgrensoverschrijdende samenwerkingen, voedsel en voedselsystemen. De Grüne Woche is een relevante beurs voor de aanwezige gedeputeerden omdat het hun in staat stelt veel relevante stakeholders binnen korte tijd over belangrijke zaken rondom de ontwikkelingen van land- en tuinbouw en bijbehorende sectoren te kunnen spreken en de verdiepingsslag te maken op gebied van samenwerkingen.

Bij de provincie Zuid-Holland wordt in verschillende mandaatbesluiten geregeld wie namens Gedeputeerde Staten besluiten mogen nemen. In het Mandaatbesluit personele aangelegenheden Zuid-Holland wordt bepaald welke leidinggevenden van de provincie besluiten mogen nemen in het kader van de werkgeversrelatie van de provincie met haar werknemers. De provinciale mandaatbesluiten worden elk jaar geactualiseerd aan de hand van de laatste ontwikkelingen op dat gebied. Het nu genomen besluit gaat over de actualisatie voor 2025.

Gedeputeerde Staten hebben de Statenvragen van GroenLinks-PvdA en BBB over de toekomst van het Hoeksveer beantwoord. Daarin is aangegeven dat Gedeputeerde Staten het Hoeksveer als een verantwoordelijkheid van gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf Rotterdam te zien. De provincie is niet bereid om structureel bij te dragen aan de exploitatie van het veer.

Er worden geen nieuwe locaties voor windmolens door Gedeputeerde Staten voorgesteld voor opname in het provinciale Omgevingsbeleid. Dit vanwege de jongste inzichten uit de analyse van de omgevingseffecten. GS ronden de Herziening Omgevingsbeleid module Alblasserwaard af. Provincie gaat nu met de gemeenten Gorinchem en Molenlanden om tafel met de inspanning om een optimalisatie van de bestaande windlocatie in Gorinchem Noord (locatie S) mogelijk te maken en om te kijken hoe middelgrote windmolens op bedrijventerreinen kunnen passen. Deze inzet is vastgelegd in een Samenwerkingsovereenkomst Windenergie RES Alblasserwaard. De Heritage Impact Assessment (HIA) in combinatie met de analyse van de omgevingseffecten laten bovendien zien dat de bestaande zoeklocatie Avelingen kwetsbaar is geworden volgens het huidige beleid.

Gedeputeerde Staten hebben statenvragen van de fractie van de Partij voor de Dieren beantwoord die zijn gesteld naar aanleiding het advies "uitsluitingsgronden bij aanbestedingen van OV-concessie" dat door advocatenkantoor Van Doorne aan de Vervoerregio Amsterdam is uitgebracht.