Besluiten

Gedeputeerde Staten stellen het behandelvoorstel voor motie 1522 vast en versturen deze naar Provinciale Staten. De motie vraagt om een routekaart met bijbehorende maatregelen om Zuid-Holland in 2050 klimaatbestendig te maken. Dit behandelvoorstel beschrijft op welke manier Gedeputeerde Staten daaraan invulling zullen geven.

Beantwoording Woo-verzoek deelbesluit 2 over eerdere Wob-procedure met betrekking tot de totstandkoming van de Rijnlandroute. 23 documenten over dit onderwerp worden (gedeeltelijk) openbaar gemaakt.

Op 11 januari 2025 hebben wij een Woo-verzoek ontvangen waarin wordt gevraagd openbaarmaking van informatie met betrekking tot klachten die zijn ontvangen over de begroeiing van Stichting Natuurrijk. De aangetroffen informatie wordt (gedeeltelijk) openbaar gemaakt.

Door de VVD zijn op 29 januari 2025 vragen gesteld naar aanleiding van een recent verschenen artikel over de strandtent ’t Gorsje aan de Brouwersdam en hun zorgen geuit over de vermeende vertraging in het herstelproces. In de beantwoording wordt de voortgang en het proces van de vergunningverlening weergegeven, waarbij wordt benadrukt dat zorgvuldigheid van groot belang is vanwege het lastige speelveld van vergunningverlening op dit moment. Er wordt nauw samengewerkt tussen de Omgevingsdiensten, gemeente Goeree-Overflakkee en provincie Zuid-Holland.

Met de Subsidieregeling MKB innovatiestimulering topsectoren (MIT) Zuid-Holland wordt innovatie in het mkb gestimuleerd die nodig is voor de transitie naar een duurzame, digitale en inclusieve economie. Bedrijven leveren met hun projecten een grotere bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke uitdagingen zoals voedselveiligheid, duurzame energie, robotisering, logistieke ketens en gezondheidszorg. Met dit besluit is de subsidieregeling is op verschillende punten aangepast. Het subsidieplafond, de deelplafonds met de bijbehorende tijdvakken zijn vastgesteld voor 2025.

Op 20 december 2024 heeft de PVV vragen gesteld aan Gedeputeerde Staten over de energietransitie en de uitdagingen rondom weersafhankelijke energieopwekking. Gedeputeerde Staten hechten waarde aan een toekomstbestendig energiesysteem dat betrouwbaar, betaalbaar, en duurzaam is. Wind- en zonne-energie zijn daarin van groot belang.

Gedeputeerde Staten hebben ingestemd met de voorgestelde beantwoording van schriftelijke vragen die de Zuid-Hollandse fractie SP 25 november 2024 heeft gesteld aan Gedeputeerde Staten. De SP heeft nadere vragen gesteld naar aanleiding van een onderzoek naar het precieze gebruik in het voorjaar van glyfosaat, in de buurt van scholen en speelplaatsen, natuurgebieden en waterwingebieden. GS geven in beantwoording aan dat het NVWA toezicht houdt op het juiste gebruik van glyfosaat. Het college beschikt niet over een gedetailleerde lijst van boeren die glyfosaat gebruiken en de specifieke percelen waar dit gebeurt.

De fracties van de BBB en JA21 hebben op 23 januari 2025 schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van het krantenartikel in het AD "Zuidplas en recreatieschap ageren tegen mogelijke windmolens Kruisweg Oost”. De vragen gingen over hoe de potentiële windlocaties in de gemeente Lansingerland zich verhouden tot de geplande woningbouwlocatie Julianadriehoek, molenbiotopen en groene buffers, en hoe de omgeving wordt betrokken bij de keuze van de windlocaties. In de beantwoording gaan Gedeputeerde Staten hierop in, en geven zij een toelichting over hoe uiteindelijk de beslissing wordt genomen over de locatiekeuze.

Door de fracties van BBB en VVD zijn vragen gesteld over de invloed van riooloverstorten op de waterkwaliteit in onze waterstelsel. De beantwoording gaat in op de informatie die hierover bekend is. In algemene zin geldt dat riooloverstorten lokaal een negatieve invloed kunnen hebben op de waterkwaliteit. De invloed van overstorten op het halen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) doelen wordt als gering ingeschat. Als onderdeel van de voorbereidingen voor de KRW-programma's voor de planperiode 2028-2033 wordt dit opnieuw bezien.

De SP heeft Statenvragen gesteld over handhaving van het verbod op varend ontgassen. Met het intrekken van het provinciaal verbod op varend ontgassen en de inwerkingtreding van het landelijke verbod in 2024 is de handhaving primair een taak van de rijksoverheid. De provincie is wel vergunningverlener voor ontgassingsinstallaties, het toezicht op deze installaties en voert toezicht uit op een juiste invulling van de losverklaring.