Let op!
Je kunt ervoor kiezen om een subsidie door een andere organisatie of persoon (intermediair) aan te laten vragen. Dan moet je jouw intermediair vooraf toestemming geven om een ketenmachtiging aan te vragen. Daarmee machtig je deze intermediair digitaal middels eHerkenning om namens jouw bedrijf of organisatie in te loggen en een subsidie aan te vragen. Meer informatie hierover vind je op de website https://eherkenning.nl/nl/eherkenning-gebruiken/machtigen
Een deel van het mobiliteitsbudget is beschikbaar voor infrastructurele projecten. Dit omvat alle infraprojecten om de bereikbaarheid of leefbaarheid te verbeteren, maar ook de projecten tot aanpassing van infrastructuur om de verkeersveiligheid te verbeteren (Duurzaam Veilig). Paragraaf 2.2.1 bevat de juridische basis om voor infraprojecten subsidie te verlenen aan individuele gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden van gemeenten (en een waterschap), voor zover gelegen buiten de metropoolregio Rotterdam Den Haag.
Het subsidiepercentage voor maatregelen ter versterking van het Openbaar Vervoer is vanaf 2024 verhoogd naar 90%.
Vereisten
Een aanvraag om subsidie kan alleen worden ingediend door gemeenten, waterschappen en openbaar lichamen die zijn ingesteld op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen. De aanvraag voor 2024 moet uiterlijk 1 november 2024 zijn ingediend.
Ontschotting
Met de regio’s is besproken om de risico-gestuurde aanpak Verkeersveiligheid in de SRM-regeling een plek te geven, zodat de samenhang van infrastructuurmaatregelen in paragraaf 2.2.1 en activiteiten gericht op gedragsbeïnvloeding in paragraaf 2.2.2, verder kan worden versterkt. Daarbij wordt ook gekeken naar de co-financierings/combinatiemogelijkheden met het landelijke Impulsprogramma Verkeersveiligheid 2030.
Een hogere subsidie tot 75% van de subsidiabele kosten kan worden verkregen indien de subsidie ook een bijdrage levert aan de doelstellingen van de paragrafen fietsprojecten (paragraaf 2.3.3), energietransitie infrastructuur (paragraaf 2.2.3), R-net (paragraaf 2.4.1), veerinfrastructuur (paragraaf 2.4.2) en openbaar vervoer zoals kwaliteit OV en bushaltes (paragraaf 2.3.1), collectief vraagafhankelijke vervoer (paragraaf 3.2.3) en sociale veiligheid (paragraaf 3.3.2). Voor deze gevallen wordt de subsidie niet berekend als aanvulling op de subsidie van 50% uit het eerste lid van artikel 2.8, maar bedraagt deze 75% van de totale subsidiabele kosten. (NB Er is daardoor nadrukkelijk geen sprake van een subsidie van 87,5% van de totale subsidiabele kosten).
Om beroep te kunnen doen op de subsidiemogelijkheid paragraaf 2.2.1 moet aangetoond worden wat het resultaat is van de bijdrage aan de doelstellingen van de paragrafen 2.2.3, 2.3.1, 2.3.2, 2.3.3, 2.4.1, 2.4.2, 3.2.3, 3.3.2 of aan de risico gestuurde aanpak verkeersveiligheid.
Normbedragen
Voor de onderbouwing van de projectkosten vereist de regeling een kostenraming volgens de SSK- methodiek. Voor een aantal eenvoudige standaard infrastructurele maatregelen hoeft er geen uitgebreide SSK-kostenraming te worden opgesteld.
In het bijgaande stroomschema kunt u toetsen of een normbedrag van toepassing is in uw situatie, of dat een SSK-raming noodzakelijk blijft.
In het bijgaande rekenmodel (excel sheet) kan een normbedrag worden berekend. Het resultaat van de normkostenberekening dient als kostenonderbouwing van de aanvraag. Dit kan in het aanvraagformulier worden ingevuld.
De normbedragen zijn opgesteld voor de volgende infrastructurele maatregelen:
- Vrijliggende (brom)fietspaden
- Duurzaam Veilig maatregelen
- Openbaar Vervoer bushaltes
De berekening van normbedragen is alleen betrouwbaar voor projecten van meer dan €50.000 aan investeringskosten of een lengte van (brom)fietspaden van meer dan 500 meter. Daarnaast zijn normbedragen opgenomen voor standaardvoorzieningen.
U vult de juiste parameters in het bijgaande rekenmodel (excel sheet). Een toelichting op het gebruik van het rekenmodel kan worden gelezen in de Normbedragengids voor de SRM. In het rekenmodel zijn normbedragen opgenomen, met het prijspeil per 1 januari 2024.
Aanpak
Meer informatie over de procedure rond aanvraag, (tussentijdse) verantwoording, meldingsplicht en vaststelling van subsidies vindt je onder Subsidiestelsel. Naast de regels van de specifieke regeling, zijn op subsidieverstrekkingen ook de regels van de Algemene subsidieverordening Zuid-Holland 2013 van toepassing.
Je kunt digitaal of per post een subsidieaanvraag indienen. Voor een digitale aanvraag maak je gebruik van het ‘e-formulier’, voor een aanvraag per post gebruik je het ‘aanvraagformulier.
Contact
Met vragen kun je terecht bij het Contactcentrum, zuidholland@pzh.nl of 0704416622.
Voor nadere informatie over de toepassing van het rekenmodel kun je terecht bij de heer N. Bakir, n.bakir@pzh.nl of 0655449474.
Termijn
Aanvragen kunnen jaarlijks worden ingediend vanaf 1 december voorafgaand aan het uitvoeringsjaar tot 1 november van het uitvoeringsjaar van de Gebiedsagenda Mobiliteit. Aanvragen ontvangen na 1 november worden niet meer in behandeling genomen.
Bezwaar en beroep
Als je het niet eens bent met het besluit op jouw aanvraag kun je hiertegen binnen 6 weken bezwaar maken. Kijk voor meer informatie op de webpagina Bezwaar tegen beslissing provincie.
Wet- en regelgeving
Bijgewerkt
Formulieren
- Digitaal aanvragen organisaties
- Aanvraagformulier Projectsubsidie Gebiedsagenda infrastructurele projecten (2) (pdf, 646 kB)
- Prestatiebegroting infrastructurele projecten ssk-raming bij paragraaf 2-14-16 versie juni 2019 (xlsx, 23 kB)
- Toelichting prestatiebegroting ssk-raming bij paragrafen 2-14-16 (docx, 24 kB)
- Stroomschema gebruik normbedragen Subsidieregeling Mobiliteit (pdf, 577 kB)
- Rekenmodel Subsidieregeling Mobiliteit
- Normbedragen gids PZH Subsidieregeling Mobiliteit (pdf, 1.3 MB)
Uitvoerende instantie
Postadres
Zuid-Hollandplein 1Postbus 90602
2509 LP Den Haag