Op woensdag 10 januari vond de Nieuwjaarsreceptie van de Provincie Zuid-Holland plaats waar de commissaris van de Koning, Jaap Smit, zijn jaarlijkse toespraak hield.
In beeld:
Jaap Smit, de commissaris van de Koning, komt het podium op.
Voice-over:
("Het logo van de Provincie Zuid-Holland verschijnt.
Commissaris van de Koning Jaap Smit houdt een nieuwjaarstoespraak in het provinciehuis.")
In beeld:
Jaap Smit, commissaris van de Koning:
"Dankjewel. Welkom dames en heren. Hier in het provinciehuis aan het begin van dit nieuwe jaar. Fijn dat u weer de moeite hebt genomen om naar hier te komen, elkaar te ontmoeten, het glas te heffen en voor de laatste keer te luisteren naar een nieuwjaarstoespraak van deze commissaris. Und das dauert mehr dan eine Zigarette. Dus wat dat laatste betreft, ga er maar eens
even lekker voor staan want ik wil nog een hoop kwijt. En als je gaat wiebelen, twijfel dan niet even steun te zoeken bij je buurman of buurvrouw. Wees elkaar tot steun. Excellencies, welcome to our foreign guests. Many ambassador from many countries. It's an honor to meet you today and celebrate the good relationships we have. I think you are provided with a translation of my speech. So I hope you can follow and understand what I'm saying. Op een dag als vandaag is het gepast om ook even terug te kijken. We hebben al gehoord dat we in 2024 heel wat bereikt hebben. Je maakte net even een vergissing. En ik hoop ook dat dat het geval zal zijn.
Een jaar, afgelopen jaar, waarin drie belangrijke verkiezingen hebben plaatsgevonden. De Provinciale verkiezingen, de Statenverkiezingen, de waterschapsverkiezingen en in november de landelijke verkiezingen als gevolg van de val van het kabinet in afgelopen zomer. In al die gevallen leidde de uitkomsten tot een politieke aardverschuiving. Met een nieuwe partij in provinciale besturen. En mogelijk een kabinet met deelname van drie partijen die nog nooit eerder aan het landsbestuur hebben deelgenomen en waarin in de eerste weken stevig gedebatteerd moet worden over uitspraken van de winnaar in het verleden de kracht en waarde van onze Grondwet als fundament van onze democratische rechtsstaat. Bijzondere tijden, om het neutraal uit te drukken.
Als niets meer zeker is wat wij dachten dat vanzelfsprekend was. En ik moet u erkennen, of bekennen, dat ik bij het maken van dit verhaal ernstig gezocht heb naar de juiste toon om over deze ontwikkelingen iets te zeggen en uit te drukken, met welk gevoel ik dat nieuwe jaar ben ingestapt. En dat laatste, dat doe ik niet zonder zorgen. Er gebeurt heel veel in deze tijd en wereld die haar op haar grondvesten doet trillen. Verschrikkelijke beelden van oorlogen, en de haat waarmee mensen elkaar te lijf gaan. Grote woorden op het geopolitieke toneel. Van machthebbers die dreigende taal uitslaan. Verharding in onze samenleving waarin bijna geen normaal gesprek meer gevoerd kan worden over verschillen van opvattingen en politieke ambities. De ander is immers niet je politieke tegenstander met wie je een goed dispuut voert en probeert een brug te slaan. Maar eerder je vijand, die je moet verslaan en met wie je categorisch van mening verschilt. Het is wat Hans Boutelier schrijft in zijn boek Het Nieuwe Westen. En op het moment dat je politieke tegenstander je vijand is geworden, loopt elk gesprek dood. Terwijl juist het publieke en politieke debat essentieel is voor onze democratie. En als dat gesprek verstomt dan verwordt de democratie tot een spel van winnaars en verliezers waarbij het uiteindelijk gaat om ‘the winner takes all’. En dat is nou net niet wat democratie inhoudt.
In zijn jongste boek ‘Alkibiades’, beschrijft Ilja Leonard Pfeijffer verschillende staatsvormen. Het is een dikke pil. En ik ben er voor gaan zitten. Het is een prachtig en lijvig boek over een waargebeurde geschiedenis over het einde van de democratie en de val van Athene. En al lezend zie je talloze verontrustende parallellen met de tijd waarin wij leven. En zo beschrijft hij in het boek de op- en neergang van verschillende staatsvormen. Dat begint met een monarchie en daarbij moet je niet denken aan onze monarchie waar de macht niet ligt maar daar waar sprake is van macht. En zolang een koning zijn macht gebruikt ten dienste van het volk en het algemeen belang dient gaat het goed. Maar Pfeiffer beschrijft op een gegeven moment hoe die monarchie uitmondt in een tirannie met als gevolg dat hem de macht wordt ontnomen. En wat dan volgt is een aristocratie. Zeg maar een zakenkabinet, maar dan zonder controlerende volksvertegenwoordiging. En ook daar geldt weer, dat gaat goed zolang deze wijze mensen het algemeen belang voor ogen houden en niet verstrikt raken in hun eigen belangen en de macht die hen is toebedeeld.
Als dat misgaat dan verwordt dat systeem tot een oligarchie van, zoals we dat tegenwoordig zo graag zeggen, plucheplakkers en zakkenvullers. En tenslotte neemt het volk het heft in handen en wordt de democratie als zwaar bevochten en met tranen veroverde vrijheid gesticht. En daar hoort natuurlijk structuur bij en mandaat. En ook daar loopt het mis. In Alkibiades, dat boek, houdt Protagoras - een wijsgeer - een toespraak over die staatsvormen. En daarin zegt hij dat de democratie kapot gaat op het moment dat mensen vergeten zijn dat deze vrijheid met bloed en tranen bevochten is. Dat de burger zich gaat opstellen als een ontevreden klant van een overheid die niet levert en leiders die niet meer leiden maar de onvrede van het volk volgen en waar nodig mobiliseren. En zie daar de parallel met deze tijd. De burger als ontevreden en veeleisende klant de overheid die verstrikt is geraakt in systemen en regels en het directe contact met haar burgers heeft veronachtzaamd. De kritiek op de systemen en nog even en de democratie verwordt tot een ochlocratie. De menigte aan de macht en niemand die nog de leiding heeft. "Als we met 18 miljoen mensen aan de knoppen gaan zitten, dan gaan we naar de knoppen'', zoals ik enkele jaren geleden zei tijdens een Zuid-Holland conferentie. En in die verschillende staatsvormen gaat het elke keer mis wanneer de macht gebruikt wordt ter meerdere eer en glorie van hen die die macht bekleden en het algemene belang het aflegt tegen het eigen belang, of deelbelangen en het noodzakelijke onderhoud en verzorging van die staatsvorm wordt veronachtzaamd.
Leiders zijn volgers geworden en volgers denken dat ze de leiding hebben. Daar lijkt het op in een tijd waarin we voortdurend bezig zijn met: wat vinden de mensen ervan? En daardoor komt men in een soort verlamming terecht en worden de noodzakelijke en soms pijnlijke besluiten niet genomen. In een democratie kiezen mensen immers hun vertegenwoordigers om iets te vinden en een visie te hebben. Want anders komen we terecht in een vicieuze cirkel van politici die luisteren naar de straat bang worden om moeilijke besluiten te nemen uit angst 'de straat te verliezen' en vervolgens roept de straat: is er nog iemand die hier regeert en besluiten neemt? Protagoras wijst mensen erop dat als die democratie zo in verval raakt dat de roep om een sterke man luider zal klinken met alle gevolgen van dien. Als democratie ons lief is dan zullen we waakzaam moeten zijn. En ik wijs erop, op onze eigen wapenspreuk, Zuid-Hollandse wapenspreuk staat eronder: ‘Vigilate Deo Confidentes’. Dat betekent: ‘Wees waakzaam, vertrouwend op God’. Sinds de twaalfde eeuw wordt deze leus gebruikt en is hij uiteindelijk in de negentiende eeuw in ons wapen terecht gekomen als opvolger toen wij de opvolger waren van de staten van Holland.
Wees waakzaam. Deze tijd vraagt om 'wakkere mensen' die de tekenen van de tijd verstaan en waar nodig weerstand kunnen bieden tegen de krachten die onze democratische rechtsstaat bedreigen. Dat is iets anders dan 'woke' zijn waar Yascha Mounk een lijvig boek over heeft geschreven met de titel: ‘De Identiteitsval’. En daarin wijst hij op het gevaar van de enorme benadrukking van de eigen identiteit en de groep waar je wel of niet bij behoort. Het maakt een gewoon gesprek haast onmogelijk en zorgt ervoor dat je bij elk woord dat je dat op een goudschaaltje weegt uit angst iets kwetsend te zeggen. En onder het mom van emancipatie worden verschillen eerder benadrukt dan overbrugt en dat vertaalt zich ook in de politiek. We moeten niet 'woke' zijn maar 'wakker' in de zin van waakzaam. Wakker om goed naar die ander te kunnen luisteren om begrip op te brengen voor wat die ander beweegt om een zuiver onderscheid te maken tussen eigenbelang en algemeen belang om het mandaat dat, of de macht die je hebt gekregen op de juiste manier te gebruiken zodat zij die tot een minderheid behoren voldoende bediend worden in hun wens en verlangens en om op te staan tegen de krachten die onze samenleving bedreigen en kapot willen maken.
Lang was het adagium: schenk er niet teveel aandacht aan, want alles wat aandacht krijgt groeit. Ik roep al een tijdje: als je onkruid geen aandacht schenkt, dan overwoekert het je hele tuin. Weest waakzaam, vigilate, vertrouwend op God, Deo confidentes. Dat laatste zal in deze geseculariseerde samenleving niet overal direct worden verstaan. Maar laat ik het dan eigentijdser formuleren. Dat 'Deo confidentes', dat drukt uit dat je als mens het besef hebt dat er iets groters is dan jezelf. Dat het niet 'ego confidentes' is maar dat er iets groters is dan jezelf. Of dat nou wordt samengevat in een klassiek godsbeeld of in een bewustzijn dat jij als individu deel uitmaakt van een groter geheel en jezelf niet verheft tot het middelpunt van het universum of de geschiedenis. Het draait niet om mij, maar om ons in de breedste zin van het woord. En dat 'Deo confidentes' heeft mij geleerd de ander te zien als mijn naaste en niet als mijn vijand. Dat heeft mij geleerd om niet met mijn oordeel klaar te staan maar te luisteren naar wat de ander beweegt. Dat heeft mij geleerd mijn naaste lief te hebben zoals ik mijzelf lief mag hebben. Dat betekent niet dat ik iedereen en alles oké vind maar een moreel kompas heb dat ik kan gebruiken in mijn oordeelsvorming en mijn eigen oordeel niet verabsoluteer.
Vigilate Deo Confidentes. Het kan in mijn idee geen kwaad om die wapenspreuk, met de uitleg die ik net gaf opnieuw onder de aandacht te brengen juist in deze tijd waarin mensen verdwalen in de leegte of geen keuze kunnen maken in de veelheid van zogenaamde waarheden die zich overal aandienen. Als mensen nergens meer in geloven zijn ze in staat alles te geloven. En in lege hoofden is een hoop ruimte voor soms gevaarlijke onzin. En dat brengt mij bij het slot van mijn hartenkreet, want zo mag u deze, mijn laatste, nieuwjaarstoespraak opvatten. Als het niet meer Deo confidentes mag zijn, wat komt daar dan voor dat Deo in de plaats? Dat is de vraag waarmee Hans Boutelier in dat genoemde boek Het Nieuwe Westen afsluit en waar wij onlangs een zeer geslaagde Zuid-Holland conferentie aan hebben gewijd.
We hebben een nieuw verhaal nodig waarin we elkaar kunnen ontmoeten waarmee we de toekomst in kunnen gaan met vertrouwen in elkaar en in dat wat ons bindt. En dat is de betekenis van de democratische rechtsorde als fundament. De waarden die in de loop van de geschiedenis met strijd en butsen tot onze gemeenschappelijke waarden zijn geworden. Tolerantie, goede trouw, rechtvaardigheid, redelijkheid, grondrechten. En lieve mensen, die zijn niet vanzelfsprekend. Dat zijn geen natuurverschijnselen. Ik zou zeggen voorbij aan de pragmacratie, waarin politiek procesmanagement is geworden maar vooruit naar een levende en levendige democratie waarin wij onze zwaar bevochten vrijheden koesteren en bewaken en met een gezamenlijk toekomstbeeld vooruit kunnen naar de nieuwe tijd. Een verhaal voor de wereld, voor de samenleving, voor onze provincie waarin veel te doen is in de komende tijd. En waar moet het dan om gaan in dat verhaal? Dat begint wat mij betreft bij het besef dat je ‘op de ander bent aangewezen’.
Mijn medeburger is niet een sta-in-de-weg, maar een metgezel. Ik hoef het niet met hem eens te zijn, maar dat maakt hem niet een vijand die ik moet bestrijden. Dat verhaal begint met de erkenning van de verschillen tussen mensen zonder dat die verschillen verbinding met elkaar in de weg staan. Een samenleving die niet op een volwassen manier met verschillen kan omgaan, doet krampachtig alsof ze niet bestaan, alsof alles hetzelfde is, maar krijgt de gevolgen daarvan keihard terug in de vorm van toenemende polarisatie en onverdraagzaamheid. En dat verhaal begint bij het besef dat je als individu dus niet het middelpunt van het universum bent maar een onderdeel van een veel groter geheel dat voor jou als individu onbevattelijk is. Dat verhaal begint bij waardering voor het schone van natuur en schepping en het besef dat wij daar als tijdelijke bewoners de zorg voor hebben toe te passen. En als provincie moeten ook wij met een verhaal aan de gang in het licht van de vele grote opgaven. En dan zal het gaan om een integrale visie op hoe we met de schaarse ruimte omgaan ook het schaarse geld in de komende jaren en ervoor zorgen dat de grote belangen die op het spel staan op een afgewogen manier bediend worden.
Wonen, werken, bewegen, bedrijvigheid, natuur en milieu, welvaart en welzijn. Een visie voor deze provincie, voor deze bijzondere provincie waar alles te vinden is wat Nederland, Nederland maakt. Waar wij met een open oor en een open oog luisteren en kijken naar de belangen van de ander met een debat in de Staten waar de ander niet je vijand is waar niet voortdurend oppositie, coalitie gevecht elkaar leveren waarin de ander niet je vijand is maar je medestander in het zoeken naar de beste oplossingen voor de grote vraagstukken en waar de bereidheid is om je uiteindelijk neer te leggen bij een goed gefundeerd besluit vanuit de gedachte dat niet jouw deelbelang prevaleert, maar het grotere algemene belang. Ik zou haast uitroepen: ‘I have a dream.’
Ik wens u allen een goed nieuwjaar met een warm hart en een koel hoofd om in deze complexe tijden met elkaar, met elkaar het goede te doen. Dank u wel."
Voice-over:
("Het logo van provincie Zuid-Holland verschijnt. Beeldtekst: ‘Krachtig Zuid-Holland.")