Beslissing op bezwaar van CTT tegen twee opgelegde lasten onder dwangsom
Gedeputeerde Staten hebben de bezwaren van CTT Rotterdam B.V. tegen het opleggen van een last onder dwangsom ongegrond verklaard. Aan CTT Rotterdam B.V. is op 3 november 2022 een tweetal lasten onder dwangsom opgelegd, omdat artikelen 5 en 7 van het Besluit risico’s zware ongevallen 2015 en een voorschrift van de PGS (Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen)15:2011 zijn overtreden. Bij besluit van 10 maart 2023 is de tweede last onder dwangsom ingetrokken. De bezwaarprocedure ziet op de eerste last die is opgelegd vanwege het onjuist opslaan van containers met gevaarlijke stoffen in een stack (datastructuur voor opslag).
CTT Rotterdam B.V. heeft tegen het besluit van 3 november 2022 bezwaar gemaakt. De bezwarencommissie heeft geadviseerd het besluit van 3 november 2022 in stand te laten, de begunstigingstermijn te herroepen en het besluit nader te motiveren. Gedeputeerde Staten heeft het advies van de bezwarencommissie overgenomen.